id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
32088 | meubelmaker | timmerman: temǝrman (Gruitrode) | Ambachtsman die meubels vervaardigt. [N 55, 166a; L 34, 19b; monogr.] II-12 |
19757 | meubelstuk, meubel | meubel: Hun hiêl miêbel stòngen op stroat miêbel (Gruitrode) | meubel III-2-1 |
21585 | mevrouw | madam (<fr.): Pier géf medame ens ij schuun hendje (Gruitrode), Piet, geif Madame ins ei schoon hentje (Gruitrode) | Piet (Arie), geef madame nu eens een schoon handje [ZND 44 (1946)] III-3-1 |
20123 | miauwen | miauwen: miáu.ə (Gruitrode) | miauwen [Goossens 1b (1960)] III-2-1 |
24901 | middag (s middags) | middag: middig (Gruitrode), s namiddags: ⁄s namiddigs (Gruitrode) | in de namiddag [ZND 34 (1940)] || middag [ZND 38 (1942)] III-4-4 |
17839 | middagdutje doen | dutten: dutten (Gruitrode), een uiltje vangen: een uiltje vangen (Gruitrode), ungeren (ww.): innere (Gruitrode), ungeren houden: innere houden (Gruitrode) | Hoe noemt ge het wanneer iemand s middags wat gaat slapen ? [ZND 31 (1939)] || middagdutje doen (dutten). [N 84 (1981)] || Slaapje na het middagmaal; middagdutje (noenslaap, middagslaap, dutje, loertje, dutten). [N 84 (1981)] III-1-2 |
20573 | middagmaal | middag, de -: middig (Gruitrode), De middig waas nog neet vèrig middig (Gruitrode) | het middagmaal || maaltijden; Hoe noemt U: Namen voor de verschillende maaltijden, afhankelijk van de tijd van de dag, eventueel van het jaar [N 80 (1980)] III-2-3 |
21979 | middellangeafstandsvlucht | halve fond: Algemene opmerking: deze vragenlijst is nogal slecht (= weinig antwoorden) ingevuld! hauve fond (Gruitrode) | middellange afstandsvlucht (tussen 100 en 300 km)? [N 93 (1983)] III-3-2 |
22478 | middelste kegel | koning: de kiening (Gruitrode) | Hoe heet de middelste kegel in het kegelspel? [ZND 36 (1941)] III-3-2 |
34598 | middelste rongblok | pulm: pę.lǝm (Gruitrode) | Middelste van de drie rongblokken van een hoogkar of een wagen. De woordtypen pulm, pulf, pulver, pulp en pul staan voor een specifiek rongblok, dat ter versteviging diende en geen rongen had. In het materiaal kwamen vaak benamingen voor die ook bij het meer algemene "rongblok" gegeven waren. Vanwege hun algemene karakter zijn die hier niet meer opgenomen. [N 17, 13b + 44h; JG 1b; JG 1c; JG 1d; JG 2b] I-13 |