e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gruitrode

Overzicht

Gevonden: 3122
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
besteken mei geven: einen mei gève (Gruitrode, ... ) Iemand besteken (ter gelegenheid van zijn naamfeest). [ZND 33 (1940)] III-3-1, III-3-2
bestendig weer staand weer: (van het weer).  staonde wéér (Gruitrode), vast (weer): (van het weer).  vast wéér (Gruitrode) lucht die vast, bestendig weer betekent [hooilucht, vaste lucht] [N 81 (1980)] III-4-4
besvrucht, algemeen beer: biêr (Gruitrode) bes, bei I-7
betalen betalen: dig moost geld hebbe vier te konne betalen (Gruitrode) Hoe zegt ge in uw dialect: "ge moet geld hebben om kunnen te betalen"of "ge moet geld hebben om te kunnen betalen"? De gehele uitdrukking weergeven. [ZND 36 (1941)] III-3-1
beteuterd er vanaf: hei waas er van aaf (Gruitrode), ook materiaal znd 32, 67  he waas er van aaf (Gruitrode) beteuterd, onthutst [ZND 01 (1922)] || hij stond beteuterd, onthutst [ZND 32 (1939)] III-1-4
betrappen attraperen (<fr.): attrapèere (Gruitrode) betrappen [ZND 32 (1939)] III-3-1
betrekken (lucht) er zit verandering in de lucht: d⁄r zit verànnering inne lòcht (Gruitrode), het goed weer is op: ⁄t good wéér is òp (Gruitrode), het weer gaat veranderen: ⁄t wéér gèjt verànnere (Gruitrode) eerst helder zijn, maar daarna dreigen te gaan regenen, gezegd van het weer [zich berouwen] [N 81 (1980)] III-4-4
betten van een wonde baden: baaien (Gruitrode), beije (Gruitrode) een wonde met warm water baden [ZND 32 (1939)] || lessen: Een wonde betten (lessen, betten). [N 84 (1981)] III-1-2
beuk beuk: gecombineerd met ZND 1 a-m "beuk  beek (Gruitrode) beuk (een hoge beuk) [ZND 21 (1936)] III-4-3
beurs, overrijp fauxcas: vōōkak (Gruitrode), murg: merrig (Gruitrode), mērg (Gruitrode), mèrg (Gruitrode), overrijp: ieverriep (Gruitrode) beurs [ZND 01 (1922)] || overrijp, murw [ZND 31 (1939)] III-2-3