e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gruitrode

Overzicht

Gevonden: 3122
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bevallen een kleine krijgen: een kleine krijgen (Gruitrode), kopen: kopen (Gruitrode) Bevallen: een kind ter wereld brengen (bevallen, vallen, een kindje krijgen, kinderen winnen, omschudden, kopen). [N 84 (1981)] III-2-2
bevruchten treden: trē̜i.ǝ (Gruitrode) Het bevruchten van de hen door de haan. [JG 1a, 1b, 2c; N 19, Q 111 add.; monogr.] I-12
bewolkte lucht heel overtrokken lucht: heēl ievertrokke (Gruitrode), heèl ievertrokke (Gruitrode) bewolkt [ZND 32 (1939)] III-4-4
bezadigd stil: ook materiaal znd 21, 18  stille (Gruitrode) bezadigd [ZND 01 (1922)] III-1-4
bezem bessem: bɛsǝm (Gruitrode), bezem: bɛsəm (Gruitrode, ... ), Hèè kos de bessem ûtstèke, (omdat zijn vrouw hem had verlaten) ein bessem(e) stiêl is van börkehuit en eine heksebessem staat voor een abnormale dichte vertakking in een boomkruin(waarop de heksen tijdens hun luchtreis op een bezemsteel kunnen rusten)  bessem (Gruitrode) bezem [ZND 01 (1922)], [ZND 21 (1936)] || Het keren van de dorsvloer gebeurt vaak met een bezem vervaardigd uit bremtakken. [JG 1a, 1b; monogr.; add. uit N 14, 32b en 34b] I-4, III-2-1
bezemsteel bezemsteel: Lûster, det zitsj zuu inne stiêl: het geval zit aldus in elkaar  bessemstiêl (Gruitrode) bezemsteel III-2-1
bezoeken bezoeken: bezéken (Gruitrode) Kom mij eens bezoeken. [ZND 21 (1936)] III-3-1
bezwijming zwijm: zwijm (Gruitrode) Bezwijming: flauwte, onmacht (kwalijkte, kwalijkvaart, zwijm, zwijmel). [N 84 (1981)] III-1-2
bibberen bibberen: hij bibberde van de kauw (Gruitrode), rijderen: riejere (Gruitrode) beven, bibberen [ZND 21 (1936)] || hij was gans verkleumd van de kou [ZND 28 (1938)] III-1-2
bidden beden: dich moost bijje (Gruitrode) Ge moet bidden (in de kerk). [ZND 21 (1936)] III-3-3