e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gruitrode

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pompen bloed uitpompen: blōt ytpompǝ (Gruitrode) Eén van de poten bewegen om zo het bloed beter te laten uitstromen nadat de keel van het dier is doorgesneden. [N 28, 14; monogr.] II-1
pompoen pronkappel: mooi geblonken appel, waarmee men "brònke" kon.  brònkappel (Gruitrode) pronkappel I-7
pook pook: o.m. om het vuur op te rakelen  puuk (Gruitrode), rakelijzer: roakeli-jzer (Gruitrode, ... ), stoofijzer: stoafi-jzer (Gruitrode) pook III-2-1
poort poort: pǫrt (Gruitrode) Opgenomen zijn de benamingen die de poort in het algemeen. Zie ook de lemmata "stalpoort, staldeur" (2.1.3) en "schuurpoort" (3.1.2). Zie de afbeeldingen 22, (a) ronde poort; 23, (b) rechthoekige poort; en 24, (c) details van de poort. In de toegevoegde klankkaart zijn de lengte van klinker en de gevallen van pseudo-klankverschuiving van de slot-t aangegeven. Zie afbeelding 18. [N 7, 48a; JG 1a, 1b; A 10, 7a en 7b; L A2, 286; L 5, 56; L 12, 5; R (s] I-6
poot poot: pūǝt (Gruitrode), pűǝt (Gruitrode  [(mv piǝt)]  ) Tussen haakjes de meervoudsvorm. [JG 1a, 1b] I-11, I-9
portemonnee, beurs portemonnee (<fr.): eine leère portemonnée (Gruitrode) Een lederen portemonnaie. [ZND 37 (1941)] III-3-1
postelein postelein: pastelein (Gruitrode, ... ), pastəleͅi.n (Gruitrode), postellen (Gruitrode, ... ) [Goossens 1b (1960)]postelein [ZND 05 (1924)], [ZND 15 (1930)] I-7
potaarde leem: lęjm (Gruitrode) Aarde of klei die geschikt is om er aardewerk van te bakken. [N 49, 1a; N 27, 48; L 35, 78; monogr.] II-8
poten planten: pla.ntǝ (Gruitrode), poten: pű̄ǝtǝ (Gruitrode), stijpels: stē̜.pǝls (Gruitrode) De kleine steuntjes die zich aan de onderkant van de berries bevinden en waarop het draagvlak van de kruiwagen kan rusten. [N 18, 99, add; JG 1a; JG 1b] || In dit lemma staan de algemene benamingen voor het planten van de pootaardappelen bijeen. [N 12, 10; N 15, 1b en 1c; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 20, 1a; A 23, 17d.I; Lu 1, 17d.I; Wi 43; monogr.; add. uit N 12, 15; N M, 18a en 18b] I-13, I-5
poten verwijderen snijden: snęjǝ (Gruitrode) Als de poten zijn afgehuid, verwijdert men ze in het eerste gewricht (gerekend vanaf de hoef). De poten worden van het lijf gesneden, gekapt of gezaagd. [N 28, 48; monogr.] II-1