e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gruitrode

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
punt van het blad van de zeis tip: tep (Gruitrode) De scherpe punt aan het blad van de zeis, aan het uiteinde tegenover de arend en de hak. Zie afbeelding 5, nummer 3. [N 18, 68c; JG 1a, 1b, 2c; monogr.] I-3
pupil pupil: pupil (Gruitrode) Pupil: het donkere gedeelte van het oog dat wijder of nauwer wordt naarmate er meer of minder licht in valt. [N 84 (1981)] III-1-1
purper paars: paars (Gruitrode) Hoe heet de kleur, die de overgang vormt tussen rood en blauw; de kleur van de bekleedsels die in de Goede Week over de kruisbeelden worden gehangen? [ZND 38 (1942)] III-3-3
putemmer emmer: emər (Gruitrode) [N 12 (1961)] I-7
putgalg gaffel: gafəl (Gruitrode) [N 12 (1961)] I-7
puthaak zwik: zwek (Gruitrode) [N 12 (1961)] I-7
putter putter: pötter (Gruitrode) distelvink III-4-1
putzwengel den: deͅn (Gruitrode), gaar: "gaar" en "gaard(e)" in VD apart gehouden  gēͅr (Gruitrode), gard: gēͅrt (Gruitrode), stiep: stiep (Gruitrode) [N 12 (1961)] [ZND 32 (1939)] I-7
raad raad: oppen door wis ich mich geine road miêr  road (Gruitrode) raadgeving III-1-4
raadsel raadsel: Dich spriks in roadsels: je spreekt voor mij onverstaanbare taal  roadsel (Gruitrode) raadsel III-1-4