e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gruitrode

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
roompot roompot: rø̜̄u̯mpǫt (Gruitrode) Stenen pot waarin men de room bewaart. [N 12, 59; A 7, 15; JG 1d, 2c; monogr.] I-11
roomschotel teil: tē̜i̯l (Gruitrode) Aarden schotel waarin men de versgemolken melk enige tijd laat staan, totdat de room bovendrijft. Vergelijk ook het lemma ''aarden pot'' in wld II.8, blz. 25-26. [N 12, 60; JG 1c, 2c; add. uit N 5A (I] I-11
roos (rode uitslag) zweetbrand: zweetbrand (Gruitrode) huiduitslag, Rode ~ met jeuk (roos, bresil, zomerbrand). [N 84 (1981)] III-1-2
roos (rosa) roosje: dim.  riêske (Gruitrode) roos III-2-1
roosteren roosteren: ruustere (Gruitrode, ... ), rūūstere (Gruitrode) gesneden brood roosteren || op een rooster braden || roosteren; Hoe noemt U: Op een rooster braden (roosteren, horsen, hersen) [N 80 (1980)] III-2-3
rosmolen mange (fr.): ps. omgespeld volgens Frings. (vr.).  manēzi* (Gruitrode), manège (fr.): mǝnē.zi (Gruitrode) De oudste machine die voor het dorsen werd gebruikt. Een paard leverde hier de drijfkracht. Algemeen wordt onder manège een constructie verstaan bestaande uit een vertikale as die door een horizontale boom, waar een paard is voorgespannen, in beweging wordt gebracht. Door middel van een kardan-koppeling wordt die draaiende beweging doorgegeven aan een horizontale as die door de wand van de schuur naar een machine werd geleid en deze aandrijfkracht leverde. In dit geval wordt door de rosmolen een trommel aangedreven waarin de halmen gedorst werden. Vergelijk ook het lemma ''rosmolen'' in de aflevering over de molenaarsterminologie, wld II,3, blz. 163.' [N 14, 7; JG 1a, 1b; monogr.] || dorsmachine: draaiend wiel met boom dat door een trekpaard wordt voortgedreven om de dorsmachine te doen werken [N 14 (1962)] I-4, I-7
rot, van fruit gemaaisteekt: gemaaisteekt (Gruitrode) aangestoken, door rotting ontstioekn fruit I-7
rotten, van fruit schrimpen: sjrimpe (Gruitrode) verschrompelen I-7
rug rug: reg (Gruitrode), règ (Gruitrode), ręq (Gruitrode) de rug [ZND 29 (1938)] || rug [ZND m] || Zie afbeelding 2.29. [JG 1a, 1b; N 8, 12] I-9, III-1-1
rug van het blad van de zeis rug: ręq (Gruitrode) De opstaande stevige rand aan de buitenzijde van het blad van de zeis. Zie afbeelding 5, nummer 5. [N 18, 68e; JG 1a, 1b] I-3