e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gruitrode

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schoensmeer schoenwiks: sjoonwiks (Gruitrode, ... ), wiks: wiks (Gruitrode, ... ), doa is witte en brûne wiks  wiks (Gruitrode, ... ) schoencrème || schoensmeersel || Smeersel om het leer van schoenen op kleur en soepel te houden (blink, wieks, creme, schoenpoets) [N 79 (1979)] III-1-3, III-2-1
schoffel schoffel: šofǝl (Gruitrode) Gereedschap om onkruid af te snijden en om de grond los te maken. Het bestaat uit een soort mes dat met behulp van een lange steel door de grond geschoven wordt. [N 18, 18a en 48; JG 1a, 1b; A 47, 11a; monogr.; add. uit N 15, 6; N 18, 4 en 50; GV, K7] I-5
schoffelen, wieden met de schoffel schoffelen: šofǝlǝ(n) (Gruitrode) Met een schoffel de bovengrond tussen de plant(rijen) van een gewas zodanig bewerken dat de korstige bovenlaag verkruimeld en het onkruid afgestoken wordt. Het woord schoffelen kan niet alleen in absolute zin gebruikt worden, maar laat zich ook verbinden met een object. Dat kan de te bewerken grond zijn (akker, tuin, enz.) maar ook het te verzorgen gewas dat op die grond staat (bijv. de bieten), en ook het onkruid. [N 15, 6; JG 1a, 1b; monogr.; add. uit A 47, 11a] I-5
schoft schoft: šoft (Gruitrode) Het benige uitsteeksel dat de hals van de rug scheidt, het hoogste punt van de ruggegraat. Zie afbeelding 2.17. [JG 1a, 1b; N 8, 14, 32.1 en 32.2] I-9
schoftriem nekriem: nɛkrēm (Gruitrode) Leren band van het borsttuig die over de schoft van het paard heen loopt. [N 13, 53] I-10
schoftzadel zadel: zāl (Gruitrode) Het zadel dat een tussen berries ingespannen paard op de schoft draagt. [JG 1a, 1b; N 13, 64a; monogr.] I-10
schommel jokkel: də jokəl (Gruitrode), jokkel (Gruitrode, ... ) Hoe heet het kinderspeeltuig, dat uit een plankje of bankje bestaat, welk door middel van twee touwen aan een dwarshout hangt en waarop het kind zich heen en weer laat zweven? [ZND 32 (1939)] || Schommel. [ZND 14 (1926)] III-3-2
school school: de wichter of de jing of de kenner zeén noa de schoŏl (Gruitrode) de kinderen zijn naar school [ZND 42 (1943)] III-3-1
schoolrapport bulletin (fr.): Van Dale: bulletin (Fr.), 3. (in Belg., veroud.) schoolrapport.  bulletijn (Gruitrode) schoolrapport; Kent u een ander woord voor ....... [DC 48 (1973)] III-3-1
schoon, rein proper: prōēper (Gruitrode), pruper (Gruitrode), Det is mich get prupers: dat is met toch wat  pruper (Gruitrode), schoon: sjōēn (Gruitrode), zuiver: zi-jver (Gruitrode) netjes || proper || Rein, schoon, als gevolg van het poetsen (schoon, proper) [N 79 (1979)] III-2-1