18394 |
schoensmeer |
schoenwiks:
sjoonwiks (L366p Gruitrode, ...
L366p Gruitrode),
wiks:
wiks (L366p Gruitrode, ...
L366p Gruitrode),
doa is witte en brûne wiks
wiks (L366p Gruitrode, ...
L366p Gruitrode)
|
schoencrème || schoensmeersel || Smeersel om het leer van schoenen op kleur en soepel te houden (blink, wieks, creme, schoenpoets) [N 79 (1979)]
III-1-3, III-2-1
|
19919 |
schoffel |
schoffel:
šofǝl (L366p Gruitrode)
|
Gereedschap om onkruid af te snijden en om de grond los te maken. Het bestaat uit een soort mes dat met behulp van een lange steel door de grond geschoven wordt. [N 18, 18a en 48; JG 1a, 1b; A 47, 11a; monogr.; add. uit N 15, 6; N 18, 4 en 50; GV, K7]
I-5
|
33302 |
schoffelen, wieden met de schoffel |
schoffelen:
šofǝlǝ(n) (L366p Gruitrode)
|
Met een schoffel de bovengrond tussen de plant(rijen) van een gewas zodanig bewerken dat de korstige bovenlaag verkruimeld en het onkruid afgestoken wordt. Het woord schoffelen kan niet alleen in absolute zin gebruikt worden, maar laat zich ook verbinden met een object. Dat kan de te bewerken grond zijn (akker, tuin, enz.) maar ook het te verzorgen gewas dat op die grond staat (bijv. de bieten), en ook het onkruid. [N 15, 6; JG 1a, 1b; monogr.; add. uit A 47, 11a]
I-5
|
33782 |
schoft |
schoft:
šoft (L366p Gruitrode)
|
Het benige uitsteeksel dat de hals van de rug scheidt, het hoogste punt van de ruggegraat. Zie afbeelding 2.17. [JG 1a, 1b; N 8, 14, 32.1 en 32.2]
I-9
|
33970 |
schoftriem |
nekriem:
nɛkrēm (L366p Gruitrode)
|
Leren band van het borsttuig die over de schoft van het paard heen loopt. [N 13, 53]
I-10
|
33977 |
schoftzadel |
zadel:
zāl (L366p Gruitrode)
|
Het zadel dat een tussen berries ingespannen paard op de schoft draagt. [JG 1a, 1b; N 13, 64a; monogr.]
I-10
|
22371 |
schommel |
jokkel:
də jokəl (L366p Gruitrode),
jokkel (L366p Gruitrode, ...
L366p Gruitrode)
|
Hoe heet het kinderspeeltuig, dat uit een plankje of bankje bestaat, welk door middel van twee touwen aan een dwarshout hangt en waarop het kind zich heen en weer laat zweven? [ZND 32 (1939)] || Schommel. [ZND 14 (1926)]
III-3-2
|
21277 |
school |
school:
de wichter of de jing of de kenner zeén noa de schoŏl (L366p Gruitrode)
|
de kinderen zijn naar school [ZND 42 (1943)]
III-3-1
|
21426 |
schoolrapport |
bulletin (fr.):
Van Dale: bulletin (Fr.), 3. (in Belg., veroud.) schoolrapport.
bulletijn (L366p Gruitrode)
|
schoolrapport; Kent u een ander woord voor ....... [DC 48 (1973)]
III-3-1
|
19424 |
schoon, rein |
proper:
prōēper (L366p Gruitrode),
pruper (L366p Gruitrode),
Det is mich get prupers: dat is met toch wat
pruper (L366p Gruitrode),
schoon:
sjōēn (L366p Gruitrode),
zuiver:
zi-jver (L366p Gruitrode)
|
netjes || proper || Rein, schoon, als gevolg van het poetsen (schoon, proper) [N 79 (1979)]
III-2-1
|