e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gruitrode

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verdwenen de gaten uit: de gaten uit (Gruitrode) Weg, verdwenen: niet meer ter plaatse aanwezig (weg, verdwenen, rits, foetsie). [N 84 (1981)] III-1-2
verflaag laag verf: loax ˲vɛrǝf (Gruitrode) Zie kaart. Uitgestreken hoeveelheid verf. [N 67, 77a; L 29, 28b; monogr.] II-9
verfrommelen frommelen: frommelen (Gruitrode), verfrommelen: verfrommele (Gruitrode) (papier) frommelen, verfrommelen [ZND 35 (1941)] || Frommelen, verfrommelen: kreukels maken in bijv. een zakdoek (frommelen, fommelen, fronselen). [N 84 (1981)] III-1-2
vergeet-mij-nietje vergeet-me-nietje: vergeet-me-nietje (Gruitrode) vergeet-mij-nietje [ZND 40 (1942)] III-4-3
vergiet zij: zie (Gruitrode) vergiet, doorslag [ZND 45 (1946)] III-2-1
vergiftigen vergeven: vergeven (Gruitrode), vergiftigen: vergiftigen (Gruitrode) Vergiftigen: door vergif doden (vergeven, vergiftigen). [N 84 (1981)] III-1-2
verhitten opwarmen: òpwerme (Gruitrode) verhitten; Hoe noemt U: Voedsel warm maken (loteren) [N 80 (1980)] III-2-3
verhuizen omhuizen: ómhŭŭze (Gruitrode), omleiden: oorspronkelijk om tafel lopen na \"installatie\  ómléje (Gruitrode), verhuizen: verhŭŭze (Gruitrode) Van woning veranderen (verhuizen, overhuizen, overtrekken) [N 79 (1979)] III-2-1
verkeren vrijen: vrieje (Gruitrode) vrijen (verkeren; courtiser) [ZND 08 (1925)] III-3-1
verkering hebben vrijen: vri-je (Gruitrode), vrieje (Gruitrode) vrijen || vrijen (verkeren; courtiser) [ZND 08 (1925)] III-2-2