| 22165 |
dakpan met opening om een duif doorgang te verlenen |
vlieggat:
Algemene opmerking: deze vragenlijst is nogal slecht (= weinig antwoorden) ingevuld!
vleeg gaat (L366p Gruitrode)
|
Hoe heet een dakpan met opening om een duif doorgang te verlenen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 24915 |
dal, vallei |
dal:
dàl (L366p Gruitrode),
zonk:
zonk (L366p Gruitrode),
zónk (L366p Gruitrode)
|
dal, vallei, stuk land dat gelegen is tussen meerdere heuvels of bergen [del] [N 81 (1980)] || laagte (tussen 2 heuvels) [ZND 29 (1938)] || laagte, slenk, stuk land dat gelegen is tussen twee heuvels [diepte, zonk, zink, put, kwacht, zomp, zak, slaai] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
| 19633 |
dampen |
dampen:
dampə (L366p Gruitrode),
paven:
pāve (L366p Gruitrode)
|
dampen, wasemen [ZND 33 (1940)] || paffen; Hoe noemt U: Op een hoorbare manier roken; geweldig veel roken (paffen, plotsen) [N 80 (1980)]
III-2-1, III-2-3
|
| 25435 |
darmen |
dikke darm:
dikǝ dɛrm (L366p Gruitrode),
kleine darm:
%%meervoud%%
klęjn dɛrm (L366p Gruitrode)
|
In dit lemma zijn geïnventariseerd de benamingen voor verschillende darmsoorten. Exact uitsplitsen van de benamingen die alleen op darmsoorten van het varken of op die van het rund duiden, was niet goed mogelijk. Men mag er echter van uitgaan dat een groot aantal benamingen van toepassing is zowel op de darmen van het rund als op die van het varken. In het lemma is een splitsing aangebracht tussen de algemene benamingen voor darmen en de benamingen voor de verschillende soorten. [N 28, 86; monogr.]
II-1
|
| 25452 |
darmen schoonmaken |
darmen zuiver maken:
[darmen] ziver mākǝ (L366p Gruitrode)
|
De darmen die als omhulsel voor de worst gebruikt worden, worden eerst leeggeperst. Daarna worden ze verder schoongemaakt door ze binnenste buiten te keren en ze met al dan niet zout water af te wassen, of door het resterende vuil weg te krabben. Meestal worden de darmen vervolgens uitgekookt. Het object "darmen" is niet fonetisch gedocumenteerd. [N 28, 117; monogr.]
II-1
|
| 25439 |
darmenbak |
bak:
bak (L366p Gruitrode)
|
Mand, bak of iets dergelijks waarin de ingewanden worden opgevangen, als de buik wordt doorgesneden. [N 28, 61; monogr.]
II-1
|
| 21084 |
darmvet |
darmvet:
dɛrmvøt (L366p Gruitrode)
|
Het vet dat om de ingewanden zit, het bindweefsel. [N 28, 79; monogr.]
II-1
|
| 22128 |
de aankomst van de duif telefonisch melden |
bellen:
Algemene opmerking: deze vragenlijst is nogal slecht (= weinig antwoorden) ingevuld!
belle (L366p Gruitrode)
|
het telefonisch melden van de aankomst van de duif [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 23256 |
de avond luiden |
avond luiden:
het loeit avond (L366p Gruitrode)
|
De avondklok luidt. [ZND 32 (1939)]
III-3-3
|
| 17855 |
de berg afrollen |
afrollen:
aafrolle (L366p Gruitrode)
|
de berg afrollen [ZND 41 (1943)]
III-1-2
|