e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q203p plaats=Gulpen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
huppelen huppelen: huppelde (Gulpen), huppele (Gulpen) Huppelen: met kleine sprongetjes zich voortbewegen (hippen, hoppen, huppen, huppelen). [N 84 (1981)] III-1-2
huurpenning meepenning: meepenning (Gulpen) huurpenning [SGV (1914)] III-3-1
huurrijtuig taxi: taxi (Gulpen) een huurrijtuig [fiaker] [N 90 (1982)] III-3-1
huwelijk trouw, de -: der trouw (Gulpen), trouw (Gulpen), trouwerij: trouwerie (Gulpen), trouwerij (Gulpen, ... ) de plechtigheid waarbij het samenleven van een man en een vrouw wettelijk geregeld wordt [huwelijk, trouw, trouwerij] [N 87 (1981)] || huwelijk [SGV (1914)] III-2-2
huwelijksafkondigingen roepen: in de reup zieë (Gulpen) De huwelijksafkondigingen, huwelijksgeboden, de "roepen", de "geboden". [N 96D (1989)] III-3-3
huwelijksexamen huwelijksexamen: t huwelijksexame (Gulpen) Het huwelijksexamen bij de pastoor. [N 96D (1989)] III-3-3
huwelijksmis bruidsmis: broedsmes (Gulpen), trouwmis: trouwmes (Gulpen) De huwelijksmis, bruidsmis [broedsmaes]. [N 96D (1989)] III-3-3
hypotheek hypotheek: hypotheek (Gulpen, ... ), hypotīēk (Gulpen) de geldsom die verstrekt wordt op een onderpand bestaande uit bijv. onroerend goed [hypotheek, rippeteek] [N 89 (1982)] III-3-1
identiteitskaart identiteitsbewijs: identiteitsbewijs (Gulpen), pas: ps. boven de "a"staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken (omgespeld volgens Frings is het inderdaad een a).  pas (Gulpen) de gelegaliseerde kaart waaruit iemands identiteit blijkt [identiteitsbewijs, indentie-bewijs, eenzelvigheidsbewijs] [N 90 (1982)] III-3-1
iemand graag mogen goed kunnen lijden: good konne lië (Gulpen), zetten: zette (Gulpen) iemand graag mogen [bestaan op, lijden, zetten] [N 85 (1981)] III-3-1