e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q203p plaats=Gulpen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jojo jojo: jojo (Gulpen) Het speeltuig bestaande uit een schijf die langs een koord dat eromheen gewonden is, afloopt en door de traagheid zichzelf weer opwindt [jojo]. [N 88 (1982)] III-3-2
jong (bn.) jong: ⁄t kink is nog jònk (Gulpen) jong [t kind is nog ~] [SGV (1914)] III-2-2
jong en kaal vogeltje jong: jonk (Gulpen), kats vogeltje: katsje vuggelkes (Gulpen), kats zije: subs zij = vrouwtje  katsj zieë (Gulpen), zij = vrouwtje  katsj zieë (Gulpen), katse jongen (mv.): katsje jonge (Gulpen), kweker: kweker (Gulpen, ... ) een pas uitgebroed vogeltje (kwabbeke) [N 83 (1981)] || een vogel die nog gevoerd moet worden (kwèker) [N 83 (1981)] || nog geen veren hebbend, gezegd van jonge vogels ( maaibloot, paddebloot) [N 83 (1981)] III-4-1
jong en kaal vogeltje adj. kats: katsj (Gulpen) nog geen veren hebbend, gezegd van jonge vogels ( maaibloot, paddebloot) [N 83 (1981)] III-4-1
jong van een dier beest: biest (Gulpen), jong: jonk (Gulpen, ... ), joŋkt (Gulpen), Veldeke, eventueel aangevuld met systeem Jones  èe jonk (Gulpen), jongt: jŏnkt (Gulpen), klein diertje: klä dirke (Gulpen) [R 12, 38; S 16; L 1a-m; L 27, 47a; monogr.]Hoe noemt u het jong van een dier (jonk, jonkie, welp, wulp, kakerd, kakernest) [N 83 (1981)] || jong (ve dier) [SGV (1914)] || klein beestje [DC 37 (1964)] I-11, III-4-2
jong varken bag: bak (Gulpen), baggen (mv.): baqǝ (Gulpen), bagje: bɛkskǝ (Gulpen), varkentje: vɛrkskǝ (Gulpen) Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.] I-12
jonge brasem brasem: brasem (Gulpen) De jonge brasem is zilverglanzend (bleek, bliek) [N 83 (1981)] III-4-2
jonge gans gansje: gø̜̄skǝ (Gulpen), gø̜skǝ (Gulpen), jonge gans: jonge gans (Gulpen) De benamingen in dit lemma duiden in het algemeen op een jonge gans. In vraag A 6, 5c werd gevraagd naar de dialectbenamingen voor "pasgeboren ganzen". De antwoorden zijn ook in dit lemma opgenomen. Hierdoor komen er onder andere (-)kuiken-opgaven voor. [L 34, 15; JG 1a; A 6, 5c; A 2, 42; monogr.] I-12
jonge geit lammetje: lɛmkǝ (Gulpen) [N 19, 71a; N 77, 75; A 9, 21; JG 1a; monogr.] I-12
jonge vrouw jonge vrouw: jong vrouw (Gulpen) jonge vrouw [kuie, koje, keuje] [N 86 (1981)] III-2-2