e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q203p plaats=Gulpen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kop verwijderen hals afsnijden: hals āfšniǝ (Gulpen) Nadat de kop afgehuid is, wordt hij van het lijf gesneden of gehakt. [N 28, 44; monogr.] II-1
kopdorser wals: wals (Gulpen) Bij deze vroege gemotoriseerde dorsmachine werden de schoven met de aren (de kop van de schoof) naar voren in de machine geschoven. Het eigenlijke dorsen gebeurde in een trommel met ijzeren pinnen of tanden die doet denken aan een hekel. Zie afbeelding 12. [N 14, 6a; JG 1a, 1b; monogr.] I-4
kopen gelden: gelle (Gulpen, ... ) koopen [SGV (1914)] || kopen (geen context) [DC 37 (1964)] III-3-1
koper poetsen boenen: bunə (Gulpen) metaal met behulp van vloeibare of zachte poetsmiddelen vlekvrij en glanzend maken [DC 15 (1947)] III-2-1
koperslager koperslager: kǫapǝršlęǝgǝr (Gulpen) Ambachtsman die koperen voorwerpen vervaardigt voor huishoudelijk gebruik. Zie ook de paragraaf over de koperslager. Het woord ɛpompenmakerɛ werd in Venray (L 210) en omstreken ook gebruikt voor een loodgieter. Vgl. het lemma "loodgieter".' [N 66, 54a; L 34, 17a-b; Wi 2 add.; monogr.] II-11
koperwiek koperwiek: koëperwiek (Gulpen) koperwiek (21 lijkt op zanglijster [019], maar met rossige plek op zij en vleugel; alleen op trek en s winters, meestal in grote troepen; roep schril [srieieieie]; zachte zang [N 09 (1961)] III-4-1
kopje tas: tas (Gulpen) een kop koffie [SGV (1914)] III-2-1
koppelen koppelen: koppele (Gulpen, ... ), koppelen (Gulpen) koppelen; twee personen tot een huwelijk met elkaar brengen [lappen, koppelen] [N 87 (1981)] III-2-2
koppig koppig: koppig (Gulpen), kuppig (Gulpen), köppig (Gulpen), stijfkoppig: sjtiefkuppig (Gulpen) koppig [SGV (1914)] || vasthoudend aan eigen wil of inzicht [koppig, steeg, kop] [N 85 (1981)] III-1-4
koppig zijn bokken: bokke (Gulpen), een bulles hebben: enge bulles hubbe (Gulpen) koppig zijn, steeds vasthoudend aan eigen wil of inzicht [bokken, koppen] [N 85 (1981)] III-1-4