18997 |
begerig |
begerig:
begäërig (Q203p Gulpen),
happig:
hiepig op get zieë (Q203p Gulpen)
|
begeerig [SGV (1914)] || sterk verlangend [hebbelijk, begeerlijk, begierig, begerig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
24092 |
begijn |
begijn:
begieng (Q203p Gulpen)
|
De bewoonster van een begijnhof [begien]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
33077 |
beginnen te oogsten |
varen:
vārǝ (Q203p Gulpen)
|
Hier zijn opgenomen de aparte werkwoordelijke uitdrukkingen voor het beginnen aan de oogst. Opgaven als "we gaan maaien" en identieke antwoorden als in het vorige lemma ''oogst'' (5.1.1) binnenhalen zijn weggelaten. Tenzij anders aangegeven moeten alle opgaven gelezen worden als: "we gaan ... ". Vergelijk ook het lemma ''oogst, werkzaamheden'' (4.1.2). [N 15, 9; monogr.]
I-4
|
25559 |
beginnen te rijzen |
gaan:
goa (Q203p Gulpen)
|
De informant van Q 121 merkt op dat dit "beginnen te rijzen" gebeurt van b.v. zondagavond tot 4 uur maandagmorgen. [N 29, 25a; monogr.]
II-1
|
32718 |
beginvoor aan de zijkant |
reenvoor:
ręi̯n[voor] (Q203p Gulpen)
|
Bedoeld wordt de eerste voor die men aan de zijkant van de akker ploegt, als men deze met een wentelploeg of een keerploeg gaat omwerken of als men hem gaat uiteenploegen met een enkele ploeg. In het laatste geval wordt er aan beide zijkanten een beginvoor geploegd. Deze beginvoor wordt opgeploegd uit de op of tegen de akkergrens gelegen eindvoor van het voorafgaande seizoen. De hieronder vermelde termen hebben meestal alleen in combinatie met een werkwoord voor ploegen de betekenis "beginvoor aan de zijkant". Men zie daarom ook het lemma De Eerste Voor Ploegen onder C. [N 11, 60; N 11A, 117b + 121c]
I-1
|
32753 |
beginvoor bij het spitten |
reenvoor:
rīnvōr (Q203p Gulpen)
|
Termen voor de eerste voor bij het spitten en woorden die in combinatie met een werkwoord de betekenis "beginvoor" hebben, vindt men ook in het voorgaande lemma. Voor deze benamingen zie men eveneens de lemmata betreffende de beginvoor of -voren bij het ploegen. [A 33, 18b]
I-1
|
20430 |
begrafenis |
begrafenis:
begreffenis (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen),
begräffenis (Q203p Gulpen),
(= begrafenis).
begreffenis (Q203p Gulpen)
|
begrafenis [SGV (1914)] || de gezamenlijke handelingen en plechtigheden waarmee een dode ter aarde besteld wordt [begrafenis, uitvaart, begankenis, zinking, leuves, geuves] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
20434 |
begrafenismaal |
begrafeniskoffie:
begrafeniskoffie (Q203p Gulpen),
koffietafel:
de koffietoffel (Q203p Gulpen)
|
Benaming voor de maaltijd/het drankje dat nà de begrafenis werd gebruikt [VC 30 (1964)] || het begrafenismaal [N 96D (1989)]
III-2-2
|
20431 |
begraven |
begraven:
begrave (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen),
begraven (Q203p Gulpen)
|
een dode begraven [graven, zinken, begraven] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
18807 |
begrijpen |
begrijpen:
begriepe (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen),
verstaan:
versjtaoë (Q203p Gulpen)
|
met het verstand vatten, begrijpen [kennen, omvatten, begrijpen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|