e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q203p plaats=Gulpen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
meikever meikever: meikever (Gulpen), meikéever (Gulpen), meikéver (Gulpen), meīkever (Gulpen), meìkeèver (Gulpen), Veldeke, eventueel aangevuld met systeem Jones  meikèever (Gulpen) Hoe noemt u de meikever: een soort kever, 24-30mm lang; met dekschild, de poten en sprieten zijn bruinrood, de kop en het borststuk zwart met op de onderzijde een dichte witte beharing; de buiksegmenten zijn zwart met aan elke zijde een opvallende, helwit [N 83 (1981)] || meikever [SGV (1914)] || meikever, algemeen [DC 18 (1950)] III-4-2
meikoningin meikoningin: meikuningin (Gulpen) Het gebruik om op 30 april of een dag in mei een meisje tot koningin of een jongen tot koning te kiezen [meikoningin]. [N 88 (1982)] III-3-2
meineed meineed: meinèèd (Gulpen), valse eed: nne valsje èèd (Gulpen) een valse eed, meineed [N 96D (1989)] III-3-1
meiraap kolraap: WLD  kolrabe (Gulpen, ... ), reube: reup (Gulpen), Veldeke / eventueel aangevuld met systeem Jones eu = lang  reub (Gulpen) De meiraap, een vroege variëteit van de raap (meiraap, tolletje, knolletje, kelen, raap). [N 82 (1981)] I-7
meisje meidje: metsje (Gulpen), mädsje (Gulpen) meisje [SGV (1914)] || meisje; (Zijn er verschillende namen voor kinderen van verschillende leeftijden?) [DC 05 (1937)] III-2-2
meisje met wie een jongen verkering heeft meid: meid (Gulpen, ... ), meidje: medsje (Gulpen) het meisje met wie men verkering heeft [parmeteit, meid, fem, frul, caprice] [N 87 (1981)] || Hoe noemt men het meisje met wie men verkeering heeft? (Hoe noemt men haar, wanneer men met haar verloofd is?) [DC 05 (1937)] III-2-2
meisje met wie men verloofd is verloofde: verloofde (Gulpen, ... ) verloofde [vrouwelijk] [fem, frul, caprice] [N 87 (1981)] III-2-2
melaatsheid lepra: lepra (Gulpen), melaatsheid: melaatshèed (Gulpen) Melaatsheid: lepra, in de huid ontstaan knobbels; de ziekte kan tot afschuwelijke verminkingen leiden (leproosheid, lazerij). [N 84 (1981)] III-1-2
melig meelachtig: mëĕletig (Gulpen), Veldeke / eventueel aangevuld met systeem Jones  mèeletig (Gulpen), melig: WLD  melig (Gulpen, ... ) Te rijp en daardoor droog en korrelig, gezegd van een vrucht (meelachtig, melen, versleten, melig). [N 82 (1981)] III-2-3
melk melk: melk (Gulpen), melǝk (Gulpen), męlk (Gulpen), męlǝk (Gulpen), mɛlk (Gulpen), mɛlǝk (Gulpen) De hoofdzakelijk uit water, eiwit, vet en melksuiker bestaande witte vloeistof die door het vrouwelijk rund wordt afgescheiden. Op de kaart is het woordtype melk niet opgenomen. [A3, 3; A 11, 1c; A 17, 17; A 7, 14; RND 40; RND 127; S 23; JG 1a, 1b, 2c; L 1a-m; L 4, 3; L 29, 5; NE 3, V 6n; Vld.; Gwn 10, 1; monogr.] I-11