e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q203p plaats=Gulpen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
melk zeven doorzijen: dø̄rzīǝn (Gulpen), zeven: zēvǝ (Gulpen) De melk door een doek, zeef of filter laten vloeien om de melk te zuiveren van onbruikbare of verontreinigende stoffen of bestanddelen. [S 46; Wi 30; monogr.; add. uit N 12, L 324] I-11
melkboer melkboer: mɛləkbu.ər (Gulpen) melkboer [RND] III-3-1
melkdistel zuurmelk: zoermilk (Gulpen, ... ) Melkdistel (sochus oleraceus 20 tot 100 cm groot. De bladeren zijn meestal ingesneden en de stengel omvattend, zacht stekelig getand, dofgroen van kleur. De bloemhoofdjes zijn klein, de bloemen zijn lichtgeel. Bloeitijd van juni tot oktober (zijdistel, [N 92 (1982)] || Melkdistel (Sochus oleraceus) [N 92 (1982)] I-7, III-4-3
melkglas melkglas: męlǝk˲glās (Gulpen) Ondoorzichtig, melkwit gekleurd glas. [N 67, 89i] II-9
melkstoeltje melkstoel: męlkštoǝl (Gulpen), melkstoeltje: mɛlkstø̄lkǝ (Gulpen) Houten krukje met drie of vier poten waarop men zit bij het melken van de koeien. Zie afbeelding 10. [A 9, 13; A 42, 18a; JG 1d; monogr.] I-11
melkzeef zij: zii̯ (Gulpen) Voorwerp waarmee men melk zeeft. Het is een soort vergiet met als bodem een doek. De melk wordt uit de melkemmer via deze melkzeef in de melkbus gegoten. Hierdoor blijven grove verontreinigingen achter. Zie afbeelding 11. [A 18, 11a; L 48, 35.Ia; Lu 2, 35.Ia; Gwn 8, 6; JG 1d; monogr.] I-11
meloen meloen: meloen (Gulpen), Veldeke / eventueel aangevuld met systeem Jones  meloen (Gulpen), WLD  meloen (Gulpen, ... ) Een meloen, de komkommerachtige oranjekleurige of groene, sappige, smakelijke vrucht (meloen, kanteloep). [N 82 (1981)] I-7
menen menen: mene (Gulpen), minge (Gulpen), prakkezeren: Van Dale: prakkezeren, (volkst.), ook (standaardt.), prakkizeren, (inform.) 1. met overleg tot stand brengen; -2. bedenken, overwegen; -3. denken, nadenken, peinzen; -4. piekeren.  prakkezere (Gulpen) van mening zijn [peinzen, menen] [N 85 (1981)] III-3-1
menggereedschap meelschup: mē̜lšøp (Gulpen) De houten schop of ander gereedschap, gebruikt bij het mengen van de bloem. Meestal gaat het om een houten schep of een niet al te grote houten schop van uiteenlopende vorm. De informant van Q 97 vermeldt dat de "spatel" een ovaalvormig blad heeft en een dikke ronde steel. Verschillende informanten (L 270, 318b, Q 193) zeggen dat het mengen met de hand gebeurt. Zie afb. 16. [N 29, 18b] II-1
mengmachine voor deeg deegmachine: dęxmašiŋ (Gulpen) Door deze machine enkele minuten te laten draaien mengt men de verschillende soorten bloem. [N 29, 103] II-1