25166 |
mist, nevel (alg.) |
damp:
¯laaghangende mist¯
damp (Q203p Gulpen),
mist:
(zonder onderscheid)
mist (Q203p Gulpen),
mot:
¯fijne regen¯
mòt (Q203p Gulpen),
nevel:
zonder onderscheid
nievel (Q203p Gulpen)
|
mist en nevel [DC 27 (1955)]
III-4-4
|
23678 |
misweek |
misweek:
n mèsweëk (Q203p Gulpen)
|
Een misweek. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23553 |
miswijn |
miswijn:
mèswien (Q203p Gulpen)
|
De miswijn [mèswien?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
24929 |
modder, slijk |
moer:
mao (Q203p Gulpen)
|
modder, mengsel van aarde, vuil, allerlei organische stoffen met water [plamei, debber, pladedder, moor, dedder, plamoes, moes, kwet, drabbik, dwal] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
17833 |
moe |
moe:
mö (Q203p Gulpen),
mø. (Q203p Gulpen)
|
moe [RND], [SGV (1914)]
III-1-2
|
19198 |
moed |
courage (fr.):
courage (Q203p Gulpen),
koeraasj (Q203p Gulpen),
moed:
mood (Q203p Gulpen)
|
onverschrokkenheid in moeilijkheden en gevaren [moed, courage] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
20331 |
moeder |
ma:
ma (Q203p Gulpen),
mam:
mam (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen,
Q203p Gulpen,
Q203p Gulpen,
Q203p Gulpen,
Q203p Gulpen,
Q203p Gulpen,
Q203p Gulpen),
zieng mam is aud
mam (Q203p Gulpen),
mama:
mama (Q203p Gulpen),
mamma (Q203p Gulpen),
moeder:
modder (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen,
Q203p Gulpen),
mödder (Q203p Gulpen),
vroeger
modder (Q203p Gulpen),
moeke:
moeke (Q203p Gulpen)
|
(moeder;) Hoe wordt de moeder door de kinderen aangesproken? [DC 05 (1937)] || moeder [DC 03 (1934)], [SGV (1914)] || moeder: zn moeder is oud [DC 35 (1963)] || moeder; (Hoe wordt de moeder door de kinderen aangesproken?) [DC 05 (1937)] || moeder; ik ga met mijn moeder naar de markt; volw. [DC 12a (1943)] || moeder; ik ga met moeder naar de markt; < 6 jaar [DC 12a (1943)] || moeder; ik ga met moeder naar de markt; ± 10 jaar [DC 12a (1943)]
III-2-2
|
23928 |
moeder gods |
moeder gods:
de modder gods (Q203p Gulpen)
|
De Moeder Gods, Moeder Godes [de Modder-Joaëdes]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23397 |
moeder van smarten |
moeder dolorosa:
modder dolorosa (Q203p Gulpen),
moeder van smarten:
mòdder van sjmasrte (Q203p Gulpen)
|
Een beeld van Maria die het dode lichaam van Jezus op de schoot draagt, piëta [moeder van smarten?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
24091 |
moeder-overste |
moeder-overste:
modderäöevesjte (Q203p Gulpen)
|
De moeder(overste) in een vrouwenklooster [mameer, moederover-ste, opperste, maer]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|