18040 |
ontsteking |
gezwel:
gezjwil (Q203p Gulpen),
ontsteking:
ontsjteëking (Q203p Gulpen)
|
Ontsteking: plaatselijke infectie van weefsel, lichaamsdelen, gepaard gaande met roodheid, zwelling en pijn (meuk, mik). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21688 |
ontvangen |
beuren:
beure (Q203p Gulpen),
beuren (Q203p Gulpen),
krijgen:
kriege (Q203p Gulpen)
|
in het bezit gesteld worden van bijv. geld [beuren, inbeuren ontvangen] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
18858 |
ontzien |
ontzien:
ontzieë (Q203p Gulpen)
|
iemand zoveel mogelijk sparen [ontzien, vreeuwen, vieren] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
33544 |
onvolgroeide vrucht |
krauwel:
WLD
krouwel (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen),
kruppel:
kruppel (Q203p Gulpen),
Veldeke / eventueel aangevuld met systeem Jones U: zoals in wurm, gud (goot), put (put) wordt ongeveer uitgesproken zoals de \\ in t Engelse woord: the.
kruppel (Q203p Gulpen)
|
Onvolgroeid, gezegd van een vrucht (vernepen). [N 82 (1981)]
I-7
|
34151 |
onvruchtbare koe |
manse koe:
mǭs kō (Q203p Gulpen)
|
In dit lemma duiden de benamingen niet alleen op een koe die bij de dekking niet is bevrucht maar ook op een rund dat halfslachtig ter wereld is gekomen dat wil zeggen half stier en half koe is. Ook tweeling-runderen zijn vaker onvruchtbaar. [N 3A, 102; N 3A, 103; N 3A, 150h; N 3A, 150i; JG 1a, 1b; A 4, 14; L 20, 14; monogr; add. uit N C]
I-11
|
23979 |
onwaardig |
onwaardig:
onweëdig (Q203p Gulpen)
|
Onwaardig [ónwèèrdig, ónwuurdieg]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
25176 |
onweerx |
donderweer:
donderweer (Q203p Gulpen),
donderwäer (Q203p Gulpen)
|
donderbui [SGV (1914)] || onweersbui [SGV (1914)]
III-4-4
|
17973 |
onwel |
niet goed:
neet good (Q203p Gulpen),
sich neet good veule (Q203p Gulpen),
niet recht op:
zich neet rechop veule (Q203p Gulpen)
|
Onwel: zich niet gezond voelend (erg, onwel, onlustig, niet prut, kadies, dings). [N 84 (1981)] || Zich niet lekker voelen (spijten, kruchen, in de lappenmand zijn). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
19218 |
onwennig (voelen) |
niet heem:
zich neet hèem väöle (Q203p Gulpen)
|
nog niet op zijn gemak zijn in een nieuwe toestand [N 85 (1981)]
III-1-4
|
23923 |
onze-lieve-heer |
onze-lieve-heer:
slivvenhier (Q203p Gulpen)
|
Onze Lieve Heer [slievenheer]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|