| 21386 |
uithoren |
nieuwsgierig (bn.):
neeijschierig (Q203p Gulpen),
uithoren:
oethuuren (Q203p Gulpen),
oethuëre (Q203p Gulpen),
oethûêre (Q203p Gulpen),
uitvissen:
oetvisje (Q203p Gulpen)
|
door vragen van iemand proberen te weten te komen wat hij voelt, uithoren [horken, funteren, tintelen, uithoren, uithorken] [N 87 (1981)] || uitvorschen [SGV (1914)]
III-3-1
|
| 21786 |
uitleg |
uitleg:
oetleg (Q203p Gulpen)
|
het verklaren, uitleggen [uitleg, bedied, bedietsel] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
| 21391 |
uitleggen |
beduiden:
beduë (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen),
expliceren (<fr.):
explikere (Q203p Gulpen),
uitleggen:
oetlegge (Q203p Gulpen),
(g = g van garçon).
oetle^g^ge (Q203p Gulpen),
ps. boven de beide gs staan nog "dakjes"(^ deze combinatieletters kan ik niet maken!
oetle^g^ge (Q203p Gulpen)
|
duidelijk maken, uitleggen [uitduiden, uitbeduiden] [N 85 (1981)] || het verklaren, uitleggen [uitleg, bedied, bedietsel] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
| 21452 |
uitnodigen |
noden:
ieëmes nuë (Q203p Gulpen),
uitnodigen:
oetneudige (Q203p Gulpen)
|
iemand verzoeken bij iemand op bezoek te komen, een feest bij te wonen etc. [verzoeken, noden, bidden, uitnoden, kwelen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
| 21445 |
uitschelden |
schelden:
sjelle (Q203p Gulpen),
uitschelden:
oetschelle (Q203p Gulpen),
oetsjelle (Q203p Gulpen)
|
iemand smadelijke, honende woorden naar het hoofd werpen [uitkeken, uitjouwen, uitjuiwen, bellen, uitklappen, uitgodverren,uitschelden, uitsliepen [N 85 (1981)] || schelden [SGV (1914)]
III-3-1
|
| 18108 |
uitslag onder de neus |
zweren:
zjwèere (Q203p Gulpen)
|
Uitslag, zweren onder de neus (futsel, logistgast). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
| 22343 |
uitsliepen |
sliepuit doen:
sjliep oet doae (Q203p Gulpen)
|
uitsliepen [sliep oet doon] [N 07 (1961)]
III-3-2
|
| 21787 |
uitsluitsel |
bescheid:
besjèed (Q203p Gulpen)
|
een beslissend antwoord, een antwoord dat alles uitlegt [uitsluitsel, uitbedul] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
| 30703 |
uitsoppen |
uitsoppen:
ūtsǫpǝ (Q203p Gulpen)
|
De verfpot helemaal leegverven. [N 67, 64c]
II-9
|
| 23660 |
uitstalling van het allerheiligste |
uitstelling van het allerheiligste:
oetsjtelling van t allerhelligste (Q203p Gulpen)
|
Uitstalling, uitstelling van het Allerheiligste [oessjtellóng van t allerhillieg-ste?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|