e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q203p plaats=Gulpen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
voetgangershek haspel: haspǝl (Gulpen), molentje: mø̜lǝkǝ (Gulpen), poortje: pøtšǝ (Gulpen) Een smalle doorgang tussen weien of landerijen. Men kent verschillende vormen zowel van ijzer als van hout gemaakt. Nogal toegepast is een houten of een ijzeren kruis dat kan draaien op een zware paal. Verder komen voor een draaiende haspel of draaimolentje, een hek van latwerk, drie palen in een driehoek geplaatst, twee horizontale balken waar men doorheen moet kruipen, een klapdeurtje of vaste palen die een bocht vormen. De benamingen voor de verschillende vormen wijken zo weinig van elkaar af dat ze in √©√©n lemma zijn ondergebracht. [A 25, 6; A 25, 8; L 19B, 5a; L 19B, 6; S 43; monogr.] I-8
voetgebeden voetgebeden: vootgebèè (Gulpen) De gebeden aan de voet van het altaar, de voetgebeden. [N 96B (1989)] III-3-3
voetjicht voetjicht: voetjeecht (Gulpen) Voetjicht: soort jicht die zich openbaart door een hevige pijn in de voet, vooral in het gewricht tussen middenvoetsbeentje en grote teen, podagra (voetje, pootje, kozijntje, voetjicht). [N 84 (1981)] III-1-2
voetkussen voetenkussen: votekösse (Gulpen) Kussen voor de voeten als men zit (voetkussen, poef) [N 79 (1979)] III-2-1
voetzool plat: plat van der voot (Gulpen), zool: zòòl (Gulpen) zool [DC 01 (1931)] III-1-1
vogel op de schutsboom vogel: voegel (Gulpen) De houten vogel die afgeschoten moet worden. [N 88 (1982)] III-3-2
vogel, algemeen vogel (enk.): voggel (Gulpen), vöggel (Gulpen) vogel [SGV (1914)] || vogels [SGV (1914)] III-4-1
vogelkers haagappel: WLD  haageppel (Gulpen, ... ), vuilboom: oe is lang  voel boom (Gulpen), Veldeke / eventueel aangevuld met systeem Jones uitspr. oe-lang  voelbom (Gulpen) Vogelkers: een struik die in juni bloeit met kleine witte sering-achtige bloemtrossen; de vruchten rijpen in september. Een soort groeit zeer snel en is zo agressief dat hij andere struiken verdringt (vuilboom, meilaar, paduwa, hondskers). [N 82 (1981)] III-4-3
vogelmest stront: stront (Gulpen), vogelmest: voggelmes (Gulpen), vogelstront: voggelsjtront (Gulpen) vogelmest (douane) [N 83 (1981)] III-4-1
vogelmuur muur: mier (Gulpen) Muur (stellaria media 5 tot 30 (cm?) hoog. De stengels zijn liggend of opstijgend, rond, met 1 rij haren; de bladeren zijn eivormig, de onderste gesteeld; de bloemen zijn klein en wit van kleur, de kroonbladeren zijn even lang als, of korter dan de kelk [N 92 (1982)] III-4-3