17989 |
flets |
pips:
pips (Q203p Gulpen),
pipsj (Q203p Gulpen)
|
Flets: ongezond bleek of vaal van gelaatskleur (flets, geeps, kwips, pips). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
19288 |
flikflooien |
flikflooien:
flikkefloere (Q203p Gulpen)
|
flikflooien [SGV (1914)]
III-1-4
|
18912 |
flink; flinke persoon |
flink:
flink (Q203p Gulpen),
ijverig:
iefertig (Q203p Gulpen)
|
geneigd om flink aan te pakken, om stevig door te werken [hel, flink] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18021 |
fluim |
fluim:
flüm (Q203p Gulpen)
|
fluim [SGV (1914)]
III-1-2
|
21345 |
fluisteren |
lispelen:
Van Dale: lispelen, 1. de s en z onduidelijk, met een eigenaardig zacht gesis uitspreken; - 2. met onduidelijke, zwakke stem uiten, fluisteren.
lispele (Q203p Gulpen),
stil spreken:
stil spreeke (Q203p Gulpen)
|
fluisteren [DC 16 (1948)] || lispelen [SGV (1914)]
III-3-1
|
28760 |
fluweel, velours |
velours:
flūr (Q203p Gulpen)
|
Weefsel met een bovenkant met rechtopstaande garenuiteinden, ontstaan door een bijzondere afwerking. De binding bestaat uit een grondweefsel, in effen of keper, waartussen draden, die over grotere afstanden los liggen. Door deze door te snijden en op te borstelen ontstaat een pluche-achtig haardek: pool. Door zacht ruwen wordt het ø̄pluizenø̄ bevorderd, waarna de pool op een bepaalde lengte wordt afgeschoren (Bonthond s.v. ø̄fluweelø̄. [N 62, 78; N 62, 75f; 59, 201; MW; L 1a-m; L 23, 57a; S 9; monogr.]
II-7
|
25025 |
fonkelen, flonkeren |
flonkeren:
flonkere (Q203p Gulpen),
flonkeren (Q203p Gulpen)
|
levendig, maar niet onrustig stralen of glanzen, warm schitteren [sprietelen, fonkelen, flonkeren] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
21559 |
fooi |
drinkgeld:
dreenk geld (Q203p Gulpen),
drinkgeld (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen),
fooi:
fooi (Q203p Gulpen)
|
de gift in geld aan iemand die een dienst verleend heeft (vanwege zijn beroep) [fooi, pree, drinkgeld] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
20143 |
fopspeen |
lots:
loets (Q203p Gulpen)
|
fopspeen; hoe heet in uw dialect de fopspeen die men kleine kinderen in de mond stopt om ze stil te krijgen [DC 43 (1968)]
III-2-2
|
33528 |
framboos |
framboos:
geen dialectisch woord is me bekend
framboos (Q203p Gulpen)
|
[DC 13 (1945)]
I-7
|