24084 |
franciscaan |
bruine pater (lat.):
broenge pater (Q203p Gulpen)
|
Een Franciscaan of Minderbroeder [bruine pater, de Broune, Minnebroor, broene paater]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
18784 |
franje |
franjel:
franjel (Q203p Gulpen),
franjǝl (Q203p Gulpen)
|
franje [SGV (1914)] || Randversiering bestaande uit een boordsel met een reeks afhangende draden, meestal in bundels of kwasten bijeengehouden. [N 62, 59; MW; S 9; monogr.]
II-7, III-1-3
|
24315 |
fret |
fret:
fret (Q203p Gulpen)
|
fret: Hoe noemt u in uw dialect het marterachtige roofdier waarmee men jaagt op konijnen (het is de tamme albinovorm van de bunzing)? [N100 (1997)]
III-4-2
|
25240 |
fris weer |
knielig:
JK: correct overgenomen
knielig (Q203p Gulpen),
koel:
keut waer (Q203p Gulpen)
|
tamelijk koud, gezegd van het weer [koutig] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
17598 |
fronsen |
fronsen:
sich fronse (Q203p Gulpen),
rimpelen:
rumpele (Q203p Gulpen)
|
Fronsen: tot rimpels samentrekken, gezegd van wenkbrauwen en voorhoofd (fronsen, zich fronsen, fronselen, rimpelen). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
33529 |
fruit, ooft |
vruchten:
vruchte (Q203p Gulpen)
|
I-7
|
20536 |
fruiten |
bruin braden:
broen braone (Q203p Gulpen),
broen broane (Q203p Gulpen),
frieten:
fritte (Q203p Gulpen)
|
fruiten; Hoe noemt U: Vlees of uien bruin braden (fruiten, fritten) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
19727 |
fuchsia |
bellenboompje:
\'belleboompje\'
bellebumke (Q203p Gulpen)
|
Fuchsia (fuchsia). Halfheesters of heesters, soms zelfs boompjes met meestal kruisgewijs staande bladeren. De bloemen zijn kelkvormig (bellekesbloem, bel, klok). [N 92 (1982)]
III-2-1
|
22851 |
fuik |
fuik:
foek (Q203p Gulpen)
|
fuik [SGV (1914)]
III-3-2
|
24149 |
fuut |
fuut:
fuut (Q203p Gulpen)
|
fuut (48 bruine kuif en kraag; alleen op grote vennen en plassen; zomervogel [N 09 (1961)]
III-4-1
|