25225 |
halve maan, eerste kwartier |
eerste kwartaal:
ieésjte kwartaal (Q203p Gulpen),
halve mond (du.):
haove mond (Q203p Gulpen),
jong licht:
jonk liek (Q203p Gulpen),
junk lieh (Q203p Gulpen)
|
schijngestalte van de maan: eerste kwartier, halve maan [wassende maan, wassenaar] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
25219 |
halve maan, laatste kwartier |
afnemende mond (du.):
aafneemde mond (Q203p Gulpen)
|
schijngestalte van de maan: laatste kwartier [afnemende, donkere maan] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
25261 |
halve pint, kwart liter, maat |
schopje:
schupke (Q203p Gulpen)
|
de maat die een inhoud aangeeft van 0,25 (=kwart) liter [kapper, halfje, schopje, dzozie, hoorn, neuker, neutel, bok, uppie, bak] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
23759 |
halve zondag |
halve zondag:
haove zondig (Q203p Gulpen)
|
Een "halve zondag", een feestdag zonder mis, bijvoorbeeld Koninginnedag (planken zondag). [N 96C (1989)]
III-3-3
|
20820 |
ham, hesp |
ham:
(Worste,-hammen).
ham ham (Q203p Gulpen),
schink:
schink (Q203p Gulpen)
|
ham [SGV (1914)]
III-2-3
|
23461 |
hamer van de klepklok |
hamer van een klepklok:
dr hamer van n klepklok (Q203p Gulpen)
|
De hamer van een klepklok [trumphamer?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
17659 |
hand |
hand:
hand (Q203p Gulpen),
hant (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen),
hànt (Q203p Gulpen),
häng (Q203p Gulpen)
|
hand [DC 01 (1931)], [SGV (1914)] || handen [SGV (1914)]
III-1-1
|
21731 |
handboei |
handboei:
handboei (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen)
|
de boei waarmee handen geboeid worden [paternoster, handboei] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21849 |
handel |
handel:
handel (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen)
|
het kopen en verkopen, het doen van koopmanszaken [agotie, negotie, commerce, handel] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
21449 |
handelaar |
handelaar:
handelair (Q203p Gulpen),
handeleer (Q203p Gulpen),
handeler (Q203p Gulpen)
|
iemand die handel drijft [koopman, commercant, marchand, handelaar] [N 89 (1982)]
III-3-1
|