25518 |
houtskool verwijderen |
uitkratsen:
ūtkratsǝ (Q203p Gulpen)
|
Het eventueel bij het werkwoord opgegeven zelfstandig naamwoord "houtskool" of heteroniemen hiervoor worden niet gedocumenteerd. Zie voor de fonetische documentatie van deze woorden het lemma ''houtskool''. [N 29, 11b; OB 2, 2b; monogr.]
II-1
|
23559 |
houtskool voor het wierookvat |
ameren (<du.):
uit het Engels embers
aomere (Q203p Gulpen)
|
Houtskool, kooltjes voor het wierookvat [költjes, köölkes, krichelskoaële, holtskaol?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
31803 |
houtsplinter |
splinter:
šplentǝr (Q203p Gulpen)
|
Afgesprongen of afgeslagen klein stukje hout. [N 55, 188a-b; RND 6; L monogr.; monogr.]
II-12
|
24329 |
houtworm |
houtworm:
haotwurem (Q203p Gulpen),
houtwörm (Q203p Gulpen),
hòtwurm (Q203p Gulpen),
hótwurm (Q203p Gulpen)
|
houtworm [DC 23 (1953)]
III-4-2
|
29956 |
houwhamer |
kapijzer:
kap˱īzǝr (Q203p Gulpen)
|
Tweesnijdende beitel met een handgreep in het midden, gebruikt om metselstenen te bekappen. Zie ook afb. 16. [N 30, 15b; monogr.]
II-9
|
19187 |
hovaardig |
groots:
gruëtsch (Q203p Gulpen),
gruëtsj (Q203p Gulpen)
|
grootsch [SGV (1914)] || het gevoel van meerderheid te zeer of ongegrond doen blijken [groots] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18962 |
huichelaar |
godverneuker:
godvernäöeker (Q203p Gulpen),
huichelaar:
huichelèer (Q203p Gulpen),
schijnheilige:
sjienhellige (Q203p Gulpen),
verneuker:
verneuker (Q203p Gulpen)
|
een huichelachtig persoon, iemand die zich mooier voordoet dan hij is [godverneu-ker, heiligboontje, fijnaard] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19307 |
huichelen |
bougeren (< fr.?):
bouzjeren (Q203p Gulpen),
huichelen:
huichele (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen),
kwezelen:
kwieëzele (Q203p Gulpen),
veinzen:
vienze (Q203p Gulpen),
zich voordoen als:
zich väöerdaoë es (Q203p Gulpen)
|
veinzen [SGV (1914)] || voorgeven iets te zijn of te doen [veinzen, bouzjezjeren] [N 85 (1981)] || zich anders en meer voordoen dan men is [kwezelen, femelen, huichelen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
17565 |
huid |
huid:
hoet (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen),
hōēt (Q203p Gulpen),
vel:
vel (Q203p Gulpen)
|
huid [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
18044 |
huiduitslag |
uitslag:
oetsjlaag (Q203p Gulpen)
|
Huiduitslag: plaatselijke verandering van de huid in de vorm van vlekken, pukkeltjes, etc. (dutsel, rool). [N 84 (1981)]
III-1-2
|