17956 |
huppelen |
huppelen:
huppelde (Q203p Gulpen),
huppele (Q203p Gulpen)
|
Huppelen: met kleine sprongetjes zich voortbewegen (hippen, hoppen, huppen, huppelen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21333 |
huurpenning |
meepenning:
meepenning (Q203p Gulpen)
|
huurpenning [SGV (1914)]
III-3-1
|
21142 |
huurrijtuig |
taxi:
taxi (Q203p Gulpen)
|
een huurrijtuig [fiaker] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
20429 |
huwelijk |
trouw, de -:
der trouw (Q203p Gulpen),
trouw (Q203p Gulpen),
trouwerij:
trouwerie (Q203p Gulpen),
trouwerij (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen)
|
de plechtigheid waarbij het samenleven van een man en een vrouw wettelijk geregeld wordt [huwelijk, trouw, trouwerij] [N 87 (1981)] || huwelijk [SGV (1914)]
III-2-2
|
24049 |
huwelijksafkondigingen |
roepen:
in de reup zieë (Q203p Gulpen)
|
De huwelijksafkondigingen, huwelijksgeboden, de "roepen", de "geboden". [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24048 |
huwelijksexamen |
huwelijksexamen:
t huwelijksexame (Q203p Gulpen)
|
Het huwelijksexamen bij de pastoor. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23516 |
huwelijksmis |
bruidsmis:
broedsmes (Q203p Gulpen),
trouwmis:
trouwmes (Q203p Gulpen)
|
De huwelijksmis, bruidsmis [broedsmaes]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
21667 |
hypotheek |
hypotheek:
hypotheek (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen),
hypotīēk (Q203p Gulpen)
|
de geldsom die verstrekt wordt op een onderpand bestaande uit bijv. onroerend goed [hypotheek, rippeteek] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
21216 |
identiteitskaart |
identiteitsbewijs:
identiteitsbewijs (Q203p Gulpen),
pas:
ps. boven de "a"staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken (omgespeld volgens Frings is het inderdaad een a).
pas (Q203p Gulpen)
|
de gelegaliseerde kaart waaruit iemands identiteit blijkt [identiteitsbewijs, indentie-bewijs, eenzelvigheidsbewijs] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21793 |
iemand graag mogen |
goed kunnen lijden:
good konne lië (Q203p Gulpen),
zetten:
zette (Q203p Gulpen)
|
iemand graag mogen [bestaan op, lijden, zetten] [N 85 (1981)]
III-3-1
|