21221 |
karweien |
botten:
botten (Q203p Gulpen)
|
onbetaalde arbeid verrichten aan de openbare wegen (karweien, botten) [N 90 (1982)]
III-3-1
|
19695 |
kast |
kast:
kas (Q203p Gulpen),
kast (Q203p Gulpen)
|
kast [DC 39 (1965)], [SGV (1914)]
III-2-1
|
23448 |
kast voor liturgische gewaden |
paramentenkast:
paramente-kaste (Q203p Gulpen)
|
De kast(en) waarin deze gewaden liggend worden opgeborgen. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
19505 |
kastplank |
bred:
breͅt (Q203p Gulpen),
plank:
plaŋk (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen)
|
plank in een kast [DC 16 (1948)], [DC 44 (1969)]
III-2-1
|
19826 |
kat |
dakhaas:
daakhaas (Q203p Gulpen),
kat:
kat (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen),
Veldeke, eventueel aangevuld met systeem Jones
kat (Q203p Gulpen)
|
Hoe noemt u een kat (poes, mies, kat, balkhaas, zandhaas, marol) [N 83 (1981)] || kat [SGV (1914)]
III-2-1
|
22311 |
katapult |
loets:
loets (Q203p Gulpen),
loetsj (Q203p Gulpen)
|
Hoe noemt men het speeltuig, bestaande uit een gevorkt takje, aan de uiteinden waarvan een elastiekje is vastgemaakt en waarmee jongens steentjeswegschieten? [DC 23 (1953)]
III-3-2
|
22867 |
katapult add. |
windbuks:
windbùks (Q203p Gulpen)
|
Hoe noemt men het speeltuig, bestaande uit een gevorkt takje, aan de uiteinden waarvan een elastiekje is vastgemaakt en waarmee jongens steentjeswegschieten? [DC 23 (1953)]
III-3-2
|
23345 |
kathedraal |
kathedraal:
kathedraal (Q203p Gulpen)
|
Een kathedraal. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
30784 |
kathedraalglas |
antiek glas:
antik ˲glās (Q203p Gulpen),
kathedraalglas:
katǝdrālglās (Q203p Gulpen)
|
Een in veel kleuren voorkomend vensterglas dat een ruw en onregelmatig oppervlak heeft. Het vormt een imitatie van het glas dat vroeger in kerkramen werd gebruikt. [N 67, 89l]
II-9
|
23213 |
katholiek |
katholiek (<fr.):
katholiek (Q203p Gulpen)
|
katholiek [SGV (1914)]
III-3-3
|