30771 |
behangtafel |
tapisseertafel:
tapǝsērtǫfǝl (Q203p Gulpen)
|
De tafel waarop het behangselpapier met behulp van de papborstel met plaksel wordt ingestreken. In Q 117a bestond de behangtafel uit twee bladen van 60x100 cm elk rustend op twee bokkepoten. In L 265 kon men de verschillende delen van de behangtafel dankzij scharniertjes dichtklappen. Uitgevouwen was de tafel 3 m lang. In Q 111 was de tafel samengesteld uit twee met behulp van een pianoscharnier aan elkaar bevestigde delen die uitklapbaar waren. De uitgeklapte tafel kon staan op de mee uitgeklapte staanders die op spanning kwamen door ze zover uit te trekken tot het ertussen zittende touw strak stond. [N 67, 97b; monogr.]
II-9
|
22669 |
beiaard |
klokkenspel:
klokkespel (Q203p Gulpen)
|
Het geheel van zuiver gestemde klokken die door een klavier bespeeld kunnen worden [klokkenspel, beiaard, carillon]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
22906 |
beieren |
beieren:
de klokke beiere (Q203p Gulpen),
luiden:
de klokke loewe (Q203p Gulpen)
|
Hoe zegt men : de klokken beieren?. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
30711 |
beitsen |
beitsen:
bęjtsǝ (Q203p Gulpen)
|
Hout kleuren met behulp van beits. [N 67, 66h; monogr.]
II-9
|
24301 |
bek |
bek:
Veldeke, eventueel aangevuld met systeem Jones
bek (Q203p Gulpen),
muil:
moel (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen),
Veldeke, eventueel aangevuld met systeem Jones oe = lang uitgesproken (?)
moel (Q203p Gulpen)
|
Hoe noemt u de bek van een dier (muil, bakkes) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
21777 |
bekakte praat |
kak:
kak (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen)
|
taal of daad die getuigt van een hoge dunk van eigen voortreffelijkheid [kak] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
19324 |
bekakte praat /bekakt praten |
kak:
kak (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen)
|
taal of daad die getuigt van een hoge dunk van eigen voortreffelijkheid [kak] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21830 |
bekendmaken |
afroepen:
aafrope (Q203p Gulpen),
uitgeven:
oetgeiĕve (Q203p Gulpen)
|
officiëel bekend maken [uitbellen, uitklinken, afkleppen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
18974 |
bekennen |
bekennen:
bekennen (Q203p Gulpen),
bekinne (Q203p Gulpen)
|
uitkomen voor een schuld [kennen, bekennen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21514 |
bekeuren |
beboeten:
beboeten (Q203p Gulpen),
betoeten (Q203p Gulpen)
|
iemand een boete opleggen [kalangeren, kallizeren, noemren, opboeten, schutten, opkalken, beboeten] [N 90 (1982)]
III-3-1
|