22726 |
raadsel(tje) |
raadsel(tje):
roͅtsəl (Q203p Gulpen),
røtsəlkə (Q203p Gulpen)
|
raadsel [N 07 (1961)] || raadseltje [N 07 (1961)]
III-3-2
|
27904 |
raam |
venster:
venstǝr (Q203p Gulpen)
|
Zie kaart. Een van glas voorziene opening waardoor het buitenlicht naar binnen valt. In het onderzoeksgebied worden de woorden 'venster' en 'raam' ook wel gebruikt voor de houten of metalen omlijsting waarin de vensterruit wordt geplaatst. In het Standaardnederlands zijn de woorden 'raam', 'venster' en 'glas' onzijdig, in de meeste Limburgse dialecten echter vrouwelijk. Wanneer door de invullers nadrukkelijk een vrouwelijk genus werd opgegeven, is achter de betreffende plaatscode een (+) opgenomen. [N 55, 37; RND 49; A 46, 10a; L mon.; monogr.; Vld.]
II-9
|
30313 |
raamvleugel |
venster:
venstǝr (Q203p Gulpen)
|
Het draaiend deel van een raam. In L 270 bestond in oudere huizen een raam uit twee gedeelten. Het bovenstuk van zo'n raam kon naar binnen worden opengeklapt. Men noemde dit het 'bovenlicht' ('bǭvǝlēx'). Zie ook het lemma 'Bovenlicht'. [N 55, 40b; A 46, 10b; monogr.]
II-9
|
33575 |
raapstelen |
stelen:
sjteel (Q203p Gulpen),
Veldeke / eventueel aangevuld met systeem Jones
sjteel (Q203p Gulpen)
|
De jonge gesteelde bladeren van de kleine witte meiraap die in het voorjaar als groente gegeten worden; raapstelen (kelen, rieten, steeltjes). [N 82 (1981)]
I-7
|
19057 |
raar, vreemd |
raar:
raar (Q203p Gulpen),
vreemd:
vreim (Q203p Gulpen),
vrèm (Q203p Gulpen),
vrèmd (Q203p Gulpen),
vrêêm (Q203p Gulpen)
|
01; vreemd [SGV (1914)] || raar [DC 02 (1932)] || vreemd: Hoe luidt in uw dialect het woord - [DC 19 (1951)]
III-1-4
|
21361 |
raaskallen |
bazelen:
bazelen (Q203p Gulpen),
lullen:
lullen (Q203p Gulpen),
raaskallen:
raaskallen (Q203p Gulpen),
wauwelen:
wauwele (Q203p Gulpen),
wauwelen (Q203p Gulpen)
|
onzin praten, raaskallen [revelen, raaskallen, wauwelen, lullen, bazelen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
28447 |
raat |
raat:
raat (Q203p Gulpen),
rǭt (Q203p Gulpen),
rǭǝt (Q203p Gulpen)
|
Een raat is een schijf gevormd door twee lagen met de rug tegen elkaar liggende zeszijdige cellen. Ze wordt door de bijen gemaakt voor het opkweken van de larven en voor het opbergen van honing in de winter. Het bouwsel is van was. [N 63, 13a; L 1a-m; S 3; A 25, 10; JG 1a+1b; JG 2b-5, 3; Ge 37, 53; monogr.]
II-6
|
19224 |
raden |
raden:
roa (Q203p Gulpen),
rōͅ (Q203p Gulpen)
|
raden [N 07 (1961)] || raden (ww.) [SGV (1914)]
III-1-4, III-3-2
|
30655 |
radiatorkwast |
bokkepoot:
bǫkǝpūǝt (Q203p Gulpen
[(meervoud: bǫkǝpȳjǝt)]
)
|
Platte kwast waarvan de haarbundel gevat is in een ijzeren bus die onder een hoek van ongeveer 450 aan de steel bevestigd is. De kwast wordt gebruikt voor het schilderen van radiatoren. [N 67, 43c]
II-9
|
21209 |
radio |
radio:
radio (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen)
|
een radio-ontvangtoestel [radio] [N 90 (1982)]
III-3-1
|