e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
lullen kletsen:   lulle (Buggenum), meer platte taal  lulle (Weert), Van Dale: I. lullen, I. 1. binnensmonds zingen, neuriën; -2. (gew.) zachtjes praten; -3. (gew. en gemeenz.) kletsen, praten; - (in eng. zin) kletspraat verkopen, niet ter zake doende dingen zeggen.  lulle (Venray), lullen (Overpelt), kletsen [onnozele praat vertellen]:   hij lult (Sint-Huibrechts-Lille), hijə lixt (Zonhoven), lulle (Lanaken), kletsen [zwetsen]: Van Dale: I. lullen, I. 1. binnensmonds zingen, neuriën; -2. (gew.) zachtjes praten; -3. (gew. en gemeenz.) kletsen, praten; - (in eng. zin) kletspraat verkopen, niet ter zake doende dingen zeggen.  lulle (Venlo), raaskallen:   lulle (Echt/Gebroek, ... ), lullen (Gulpen, ... ), lullə (Heel, ... ), lŭllə (Nieuwenhagen), lälle (Blerick), lôlle (Hoensbroek), lölle (Horst, ... ), löllə (Venlo), lûlle (Schimmert), l‧øͅlə (Eys), (in ongunstige zin).  lulle (Haelen), (minder mooi).  lulle (Oirlo), spotten:   löllə (Schinnen), lülle (Wijlre) III-1-4, III-3-1