23321 |
sacristie |
gerfkamer:
gerfkamer (Q203p Gulpen),
sacristie:
sacristie (Q203p Gulpen),
sakristie (Q203p Gulpen)
|
gerfkamer [SGV (1914)] || Het tegen de kerk aangebouwde vertrek of gebouwtje, waar de priester en de dienaren zich voor de dienst gereedmaken [gerfkamer, sakristij, sacristie?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
24372 |
salamander |
salamander:
sallamander (Q203p Gulpen)
|
salamander [DC 07 (1939)]
III-4-2
|
21332 |
samenspannen |
heulen:
heulen (Q203p Gulpen)
|
samenspannen met iemand [heulen, houden] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
23642 |
sanctus |
sanctus (lat.):
dr sanctus (Q203p Gulpen)
|
Het (vaste) misgezang dat op de prefatie volgt, het sanctus. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
24682 |
sap in planten |
sap:
sap (Q203p Gulpen),
Veldeke / eventueel aangevuld met systeem Jones
sap (Q203p Gulpen),
WLD
saap (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen)
|
Het vocht dat zich in planten of plantendelen bevindt of eruit verkregen is (sap, tocht). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
33584 |
sap van een vrucht |
sap:
sap (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen),
Veldeke / eventueel aangevuld met systeem Jones
sap (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen),
WLD
saap (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen),
sââp (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen)
|
Het sap van een vrucht (sap, tocht). [N 82 (1981)] || Het vocht dat zich in planten of plantendelen bevindt of eruit verkregen is (sap, tocht). [N 82 (1981)]
I-7
|
20928 |
sappig |
vers:
#NAME?
viejs (Q203p Gulpen)
|
sappig [DC 26 (1954)]
III-2-3
|
30650 |
satijnkwastje |
satijnkwast:
satīnkwas (Q203p Gulpen)
|
Kleine soort glaceerkwast die bij het nabootsen van mahoniehout wordt gebruikt voor het invegen van de bloem. [N 67, 40]
II-9
|
21028 |
saus |
saus:
saowz (Q203p Gulpen)
|
saus [RND]
III-2-3
|
30708 |
sauzen |
sauzen:
sǫwzǝ (Q203p Gulpen)
|
Verven met lijmverf. [N 67, 66d]
II-9
|