e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gulpen

Overzicht

Gevonden: 4929
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bezwaarlijk kwalijk: kollig (Gulpen) zwaar vallend [bezwaarlijk, kwalijk] [N 85 (1981)] III-1-4
bezwijming flauwte: flauwte (Gulpen, ... ) Bezwijming: flauwte, onmacht (kwalijkte, kwalijkvaart, zwijm, zwijmel). [N 84 (1981)] III-1-2
bibberen bibbelen: biebelle (Gulpen) bibberen, bibberen [SGV (1914)] III-1-2
biddag bededag: bèèdaag (Gulpen) Een dag van aanbidding van het Allerheiligste in de loop van het jaar, per parochie verschillend [biddag, bèèjdaag?]. [N 96B (1989)] III-3-3
biddag voor het gewas bededag: bèèdaag vur de vruchte (Gulpen) De Biddag voor het Gewas. [N 96C (1989)] III-3-3
bidden beden: beè (Gulpen), zich beden: zich bèè (Gulpen) bidden [SGV (1914)] || Bidden, beden, zich beden [bidde, bèèje, zich bèèje, zich bèëne?]. [N 96B (1989)] III-3-3
bidden uit dankbaarheid danken: danke (Gulpen) Bidden uit dankbaarheid [danke?]. [N 96B (1989)] III-3-3
bidprentje dodenprentje: e doeëdeprintsje (Gulpen) een bidprentje, doodsprentje, gedachtenisprentje, tijdens de uitvaartdient uitgereikt, "beeldje"[doeëdetsiddel] [N 96D (1989)] III-2-2
bidstoel bedestoel: bèèsjtool (Gulpen) Een bidstoel met knie- en armsteun, waarop men alleen maar geknield kan zitten [prie-Dieu?]. [N 96A (1989)] III-3-3
bidstond aanbiddingsuur: anbiddingsoer (Gulpen) Een aanbiddingsuur of bidstonde, aan elk van de wijken of groeperingen van de parochie toegewezen gedurende deze aanbiddingsdagen [bidstond, bèèjstónd, be------nsjtónd?]. [N 96B (1989)] III-3-3