e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gulpen

Overzicht

Gevonden: 4929
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bikkelen bingelen: bingele (Gulpen), dingelen: dingele (Gulpen) Het betreft een spel, dat vroeger vaak en met zeer veel plezier door de meisjes werd gespeeld. Het is een behendigheidsspel dat gespeeld wordt met vier beentjes uit de hiel van een schaap, geit of rund - of daarop gelijkende voorwerpen van koper, lood of [N R (1968)] III-3-2
bil bats: bats (Gulpen, ... ) Bil. Ook platte woorden! [DC 01 (1931)] III-1-1
billijk billig: billig (Gulpen), schappelijk: schappelijk (Gulpen, ... ), sjappelek (Gulpen) redelijk, gezegd van de prijs voor een artikel [schappelijk, billijk, civiel] [N 89 (1982)] III-3-1
binder binder: beŋǝr/beŋstǝr (Gulpen) Degene die achter de maaier of aflegger aankomt en die de door hem gemaakte geleggen tot schoven bindt. Vergelijk ook het lemma ''aflegger'' (4.4.4). Soms is door de zegsman de opgave van de mannelijke vorm aangevuld met de aanduiding van de vaak voorkomende vrouwelijke vorm; waar deze afleiding onregelmatig is, is deze hier ook aangegeven. [N 15, 15c en 26; monogr.] I-4
binnenplaats cour (fr.): koer (Gulpen) Plaats die bij een huis hoort en omsloten is door muren (binnenplaats, plaatsje, plein, werft, court) [N 79 (1979)] III-2-1
binnensmonds praten binnensmonds wauwelen: binnesmonds wauwelen (Gulpen), monkelen: moenkele (Gulpen) binnensmonds praten [prevelen, pruttelen, murmelen, rullen] [N 87 (1981)] III-3-1
binnenstebuiten binnenstebuiten: binnenste boete (Gulpen) binnenste buiten, gezegd van een kledingstuk [krang(s), averechts, auws] [N 86 (1981)] III-1-3
binnenwerk binnenverfwerk: benǝvɛrǝfwęrǝk (Gulpen) Schilderwerk binnenshuis. [N 67, 67a] II-9
bioscoop cinema: cinema (Gulpen), Karte 240.  cinema (Gulpen), film: Karte 240.  film (Gulpen) (Ich gehe ins) Kino. || Het theater waarin men films vertoont [cimma, cinema]. [N 90 (1982)] III-3-2
bisdom bisdom: t bisdom (Gulpen), diocees (<fr.): t diocees (Gulpen) Een bisdom of diocees. [N 96D (1989)] III-3-3