19667 |
tafel |
tafel:
toͅfəl (Q203p Gulpen)
|
tafel [SGV (1914)]
III-2-1
|
23711 |
tafelgebed |
beden voor het eten:
vur t eëte bèè (Q203p Gulpen)
|
Het tafelgebed vóór en na het eten. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23712 |
tafelgebed add. |
zich zegenen:
zich zeëgene (Q203p Gulpen)
|
Het tafelgebed vóór en na het eten. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
19833 |
tafelpoot |
tafelpoot:
tōͅfəlpūt (Q203p Gulpen)
|
tafelpoot [DC 49 (1974)]
III-2-1
|
30611 |
tafelvernis |
tafellak:
tǫfǝllak (Q203p Gulpen)
|
Vernis voor tafel- en presenteerbladen die bestand is tegen warmte en tegen de inwerking van water, alcohol, etc. [N 67, 21c]
II-9
|
24494 |
tak (alg.) |
tak:
tak (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen,
Q203p Gulpen),
tek (Q203p Gulpen),
tek mv (Q203p Gulpen),
Veldeke / eventueel aangevuld met systeem Jones
tak (Q203p Gulpen),
WLD
tak (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen)
|
(jonge) takken mv. [DC 41 (1966)] || dikke tak [DC 25 (1954)] || Een twee- of meerjarige twijg (tak, spil, tekker). [N 82 (1981)] || tak [SGV (1914)]
III-4-3
|
20476 |
tak van een geslacht |
familie:
famielje (Q203p Gulpen),
familie (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen)
|
de tak van een geslacht [natie, familie] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
24727 |
takken (coll.) |
kroon:
kroeën (Q203p Gulpen),
Veldeke / eventueel aangevuld met systeem Jones oe = lang
kroeën (Q203p Gulpen),
tak (mv.):
täk (Q203p Gulpen)
|
Alle takken samen (griend, kroon, gezwaai). [N 82 (1981)] || takken (mv.) [SGV (1914)]
III-4-3
|
24707 |
takken krijgen |
oog (mv.) (krijgen):
WLD
oog (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen),
scheut (mv.) krijgen:
schöt kriege (Q203p Gulpen),
tak (mv.) krijgen:
Veldeke / eventueel aangevuld met systeem Jones ie = lang
tek kriege (Q203p Gulpen)
|
Takken krijgen, gezegd van een boom (takken). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
24252 |
taling |
zomertaling:
zommertaling (Q203p Gulpen)
|
eend: zomertaling (38 klein; bruine kop met witte wenkbrauw; broedt minder hier; roep ratelend [N 09 (1961)]
III-4-1
|