21211 |
telefooncel |
telefooncel:
telefooncel (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen)
|
het kleine vertrek van waaruit men kan telefoneren [telefooncel, cel] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21208 |
telegram |
telegram:
telegram (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen,
Q203p Gulpen)
|
een per telegraaf overgebracht bericht [telegram, draadbericht] [N 90 (1982)] || telegram [SGV (1914)]
III-3-1
|
32965 |
telen, verbouwen |
kweken:
kwēǝkǝ (Q203p Gulpen),
zetten:
zętǝ (Q203p Gulpen)
|
Het voor gebruik tot ontwikkeling brengen van een gewas. Zie ook de meer specifieke lemma''s ''zaaien'' (2.1) en ''poten, planten'' in aflevering I.5. Voor twachten zie Rutten, Haspengouwsch Idioticon 239: "winnen van zaad". [N Q, 9; L 1 a-m; S 20; Wi 43; monogr.]
I-4
|
18840 |
teleurgesteld (worden) |
bedonderd:
bedonderd (Q203p Gulpen),
bedrogen:
bedroëge oetkomme (Q203p Gulpen),
beschommeld:
zich besjoemeld väöle (Q203p Gulpen),
gekuld:
zich gekuld väöle (Q203p Gulpen)
|
in zijn verwachtingen bedrogen uitkomend, teleurgesteld [sneu, snul, bedonderd, beteuterd] [N 85 (1981)] || niet krijgen of ontvangen wat men had verwacht, in zijn verwachtingen bedrogen worden [teleur vallen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18984 |
teleurstellen |
tegenvallen:
teëge valle (Q203p Gulpen)
|
niet krijgen of ontvangen wat men had verwacht, in zijn verwachtingen bedrogen worden [teleur vallen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
30619 |
temperen |
verf aanmaken:
[verf] āmākǝ (Q203p Gulpen)
|
Het vermengen van de droge verfstoffen met olie. [N 67, 26a]
II-9
|
30622 |
tempermes |
tempermes:
tɛmpǝrmɛts (Q203p Gulpen)
|
Dun, meer of minder veerkrachtig, geheel plat mes met afgerond uiteinde. Het tempermes wordt door de schilder gebruikt om kleine hoeveelheden verf te mengen en om gewreven verf van de wrijfsteen af te schrapen. Zie ook de toelichting bij het lemma 'Olieverf'. [N 67, 26f]
II-9
|
24004 |
ten doop houden |
ten doop houden:
tn daop hotte (Q203p Gulpen)
|
Het ten doop houden, het vasthouden van het kind tijdens de doop. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
19253 |
ten einde brengen |
afmaken:
aafmake (Q203p Gulpen),
ââfmâke (Q203p Gulpen)
|
een werk ten einde brengen, afmaken [bolwerken, opzeilen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
23638 |
ten offer gaan |
de offergang maken:
dr offerkank make (Q203p Gulpen)
|
De offergang maken, ten offer gaan. [N 96B (1989)]
III-3-3
|