18928 |
vervelend werk |
gefiggel:
gefiggel (Q203p Gulpen),
geneuk:
geneuk (Q203p Gulpen)
|
vervelend, peuterig werk [geneuk] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18820 |
verveling |
verveling:
vervèeling (Q203p Gulpen)
|
de toestand waarin men zich verveelt [verveling, vernooi, verlei] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21167 |
vervoerbewijs |
kaartje:
keètsje (Q203p Gulpen),
kütsche (Q203p Gulpen),
plaatskaart:
plaatskaat (Q203p Gulpen)
|
het plaatsbewijs voor de bus, trein, tram [kaartje, coupon] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
19270 |
verwaarlozen |
vernachlssigen (du.):
vernaoleessige (Q203p Gulpen),
verwaarlozen:
verwaarloze (Q203p Gulpen)
|
geen zorg voor iets dragen [verbaalmonden, niet tellen, verwaarlozen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18815 |
verwachting |
verwachting:
verwachting (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen)
|
het wachten op iets, meestal op iets positiefs [lous, loos, verwachting] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
20171 |
verwantschap |
familie:
famielie (Q203p Gulpen),
famielje (Q203p Gulpen),
familie zijn:
famielje sieë va (Q203p Gulpen),
geparenteerd zijn:
geparenteerd zieë met (Q203p Gulpen)
|
het verwant-zijn, de familiebetrekkingen, de verwantschap [parentatie] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
19779 |
verwarmen, stoken |
stoken:
staoke (Q203p Gulpen)
|
stoken [DC 35 (1963)]
III-2-1
|
30716 |
verweerd |
vergaan:
vǝrgǭǝ (Q203p Gulpen)
|
Gezegd van schilderwerk dat door de invloed van het weer is aangetast. [N 67, 69a]
II-9
|
24497 |
verwelken |
verslakken:
versjlakke (Q203p Gulpen),
Veldeke / eventueel aangevuld met systeem Jones
versjlakke (Q203p Gulpen),
WLD
verschlakke (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen)
|
Slap worden en geur en kleur verliezen, gezegd van bloemen (Slekkeren, verwelken, verflensen). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
24555 |
verwelkt |
verslakt:
verschlakt (Q203p Gulpen),
Veldeke / eventueel aangevuld met systeem Jones
versjlakt (Q203p Gulpen),
WLD
verschlakt (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen)
|
Verwelkt, gezegd van bloemen (pens). [N 82 (1981)]
III-4-3
|