20304 |
verwend kindje |
verwende aap:
verwende aap (Q203p Gulpen),
verwende bul:
verwende buul (Q203p Gulpen),
verwende piezel:
cf. VD s.v. "piezel"2. (gew.) klein, mager, tenger kindje
ene verwende piezel (Q203p Gulpen),
verwende poet:
ene verwende poet (Q203p Gulpen)
|
een bedorven, door en door verwend kind [babaard, babbe, kinnebaba] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
21795 |
verwensen |
verwensen:
verwunsje (Q203p Gulpen),
verwusche (Q203p Gulpen)
|
iemand kwaad toewensen [wensen, verdijen, verwensen] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
21806 |
verzoek |
verzoek:
verzeuk (Q203p Gulpen),
verzäök (Q203p Gulpen),
vraag:
vraog (Q203p Gulpen)
|
het vragen iets te willen doen, verzoek [bede] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
18931 |
verzuimen |
nalaten:
naolaote (Q203p Gulpen),
verzuimen:
verzôme (Q203p Gulpen)
|
nalaten te doen wat men opgedragen gekregen heeft of wat men beloofd heeft [verzuimen, schrikken, fouten] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
23312 |
vespers |
vesper (lat.):
de vesper (Q203p Gulpen),
də vɛspər (Q203p Gulpen)
|
De op grote feesten gehouden namiddagdienst waarin door het koor psalmen worden gezongen: de vespers, de vesper. [N 96B (1989)] || de vespers [RND]
III-3-3
|
18277 |
vest |
gracht:
grach (Q203p Gulpen),
kamizool (<fr.):
kammezol (Q203p Gulpen),
vesting:
vesting (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen)
|
de aarden wal rondom een stad of gracht [vesting, vest] [N 90 (1982)] || vest (kleedingstuk) [SGV (1914)]
III-1-3, III-3-1
|
34274 |
vetmesten |
masten:
mastǝ (Q203p Gulpen),
mesten:
mɛstǝ (Q203p Gulpen)
|
Vee vetmesten, in het bijzonder gezegd van stiertjes, kalveren en vaarzen. [N 38, 26; N 3A, 75a, 75b, 75c, 76 en 77a; monogr.]
I-11
|
33756 |
veulen |
veulen:
vø̄ǝlǝ (Q203p Gulpen)
|
Jong paard, gewoonlijk tot de leeftijd van twee en een half jaar. [JG 1a, 1b; A 4, 2d; L 20, 2d; L A1, 262; N 8, 1; Gwn 5, 10; RND 107; S 40; Wi 4; monogr.]
I-9
|
24057 |
viaticum |
laatste communie (<lat.):
de letste kemune (Q203p Gulpen)
|
De H. Communie als teerspijs voor een stervende, viaticum. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
34653 |
victoria |
victoria:
victoria (Q203p Gulpen)
|
Vierwielig rijtuig voor vier personen, die per twee tegenover elkaar zitten, met twee deurtjes en met alleen een achterkap. In tegenstelling tot de barouche heeft de victoria geen deurtjes en een lage instap. De koetsier heeft een aparte bok. [N 101, 15]
I-13
|