e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gulpen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vrouwelijke kat miempje: miemke (Gulpen), moer: moor (Gulpen), Veldeke, eventueel aangevuld met systeem Jones  moor (Gulpen) Hoe noemt u een vrouwelijke kat (moederkat, kattin, poes) [N 83 (1981)] III-2-1
vrouwelijke kip hoen: hōn (Gulpen), hǭn (Gulpen) De hen is het wijfje van het tamme huishoen. [N 19, 37; Wi 13; Wi 14; Wi 17; NE II, 10; Gwn 5, 14; A 11, 1c; A6, 1b; L 6, 20a; L 22, 22; L 28, 35; L 42, 5; L 33, 20; L 34, 12; L 34, 13; JG 1a, 1b; S 14; L 1a-m; Vld.; monogr.] I-12
vrouwelijke kwartel zij: zie (Gulpen, ... ) het wijfje van de kwartel (zij) [N 83 (1981)] III-4-1
vrouwelijke vis kuit: kôêt (Gulpen), wijfje: wiefke (Gulpen), Veldeke, eventueel aangevuld met systeem Jones ie = lang uitgesproken  e wiefke (Gulpen) Hoe noemt u een vrouwelijke vis (kuiter, kuitvis, moedervis, kuit) [N 83 (1981)] III-4-2
vrouwenkant vrouwenkant: vrouwekant (Gulpen) De rechterhelft van de kerk, het gedeelte rechts van het middenpad, dat bestemd was voor de vrouwen [epistelkant, vrouwenkant, vrouwliekant?]. [N 96A (1989)] III-3-3
vrouwziek vrouwluigek: vrollus gek (Gulpen) vrouwziek [keeterig] [N 10C (zj)] III-2-2
vrucht zetten uitlopen: WLD  oetlope (Gulpen, ... ), vrucht zetten: vruch zitte (Gulpen), Veldeke / eventueel aangevuld met systeem Jones  vröch zitte (Gulpen) Vruchten vormen, vrucht zetten (spenen, laden). [N 82 (1981)] III-4-3
vruchtgebruik vruchtgebruik: vruchgebroek (Gulpen), vröchtgebroek (Gulpen) het recht om levenslang gebruik te maken van een anders goed [tocht, bij leven] [N 89 (1982)] III-3-1
vruchtvlies waterblaas: waterblaos (Gulpen) Vlies waarin het ongeboren kind zich bevindt (helm). [N 84 (1981)] III-2-2
vuil waterx vies water: vīēs water (Gulpen), vuil water: voelwater (Gulpen) vuil water [mooswater, getwater] [N 81 (1980)] III-4-4