e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gulpen

Overzicht

Gevonden: 4929
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dopeling doopkind: daopkink (Gulpen), dopeling: dr däöpeling (Gulpen) de dopeling, het doopkind [N 96D (1989)] III-2-2
dopen dopen: deupe (Gulpen), däöpe (Gulpen), dø.pə (Gulpen), gedoopt worden: inf wordt niet gebr  chədəp (Gulpen) doopen [SGV (1914)] || doopen (dopen) [RND] || dopen [RND] || Dopen. [N 96D (1989)] III-3-3
doperwten doperwten: dopert (Gulpen), erwten: WLD  ert (Gulpen, ... ) De jonge erwten die uit de dop gehaald moeten worden; doperwt (poolerwt, dopper, doperwt, pelerwt). [N 82 (1981)] I-7
doppen soppen: sǫpǝ (Gulpen) Het aanbrengen van kleine vlekjes verf met behulp van een spons. [N 67, 80a] II-9
dorp dorp: durp (Gulpen) dorp [SGV (1914)] III-3-1
dorpel dorpel: dø̜rpǝl (Gulpen) Zie kaart. Horizontale laag natuursteen of bakstenen aan de onderkant van een deurkozijn. Zie ook de lemmata 'Strekkenlaag', 'Staande rollaag', 'Liggende rollaag' en 'Hardsteen'. Met de term 'stofdorpel' wordt doorgaans een extra dorpelstuk aangeduid, dat soms op de onderdorpel van een binnendeurkozijn wordt aangebracht. Zie ook het lemma 'Stofdorpel'. [N 32, 12d; A 43,18; L 5, 72; L 12, 12; L B1, 152; A 45, 31; R 3-46; monogr.; Vld] II-9
dorpskom dorp: i gen durp (Gulpen), dorpskom: durpskom (Gulpen), markt: der mâât (Gulpen) het centrum van het dorp [dorpskom, dorp, singel, rink, baroniet, plaats] [N 90 (1982)] III-3-1
dorpsplein markt: mâât (Gulpen), plein: pleij (Gulpen) een groot plein in het midden van een dorp [bist, biest, aries] [N 90 (1982)] III-3-1
dorsbed aanleggen aanleggen: ānlęqǝ (Gulpen) Het aanleggen van de laag schoven op de dorsvloer; zie de toelichting bij het lemma dorsbed, laag schoven op de dorsvloer (6.1.16). Het object van de handeling is steeds het ''dorsbed, de laag schoven op de dorsvloer'' van het vorige lemma. [N 14, 17b; JG 1a, 1b; monogr.] I-4
dorsbed, laag schoven op de dorsvloer bed: bęt (Gulpen) Voordat men begint te dorsen moeten de schoven op de dorsvloer uitgespreid worden. Meestal worden twee lagen schoven, met de koppen (aren) naar elkaar toe gekeerd, in het midden van de dorsvloer, uitgespreid. In dit lemma staan de benamingen van een dergelijke laag schoven bijeen. [N 14, 20; JG 1a, 1b; L 32, 103; monogr.] I-4