20398 |
dopeling |
doopkind:
daopkink (Q203p Gulpen),
dopeling:
dr däöpeling (Q203p Gulpen)
|
de dopeling, het doopkind [N 96D (1989)]
III-2-2
|
20848 |
dopen |
dopen:
deupe (Q203p Gulpen),
däöpe (Q203p Gulpen),
dø.pə (Q203p Gulpen),
gedoopt worden:
inf wordt niet gebr
chədəp (Q203p Gulpen)
|
doopen [SGV (1914)] || doopen (dopen) [RND] || dopen [RND] || Dopen. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
33521 |
doperwten |
doperwten:
dopert (Q203p Gulpen),
erwten:
WLD
ert (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen)
|
De jonge erwten die uit de dop gehaald moeten worden; doperwt (poolerwt, dopper, doperwt, pelerwt). [N 82 (1981)]
I-7
|
30738 |
doppen |
soppen:
sǫpǝ (Q203p Gulpen)
|
Het aanbrengen van kleine vlekjes verf met behulp van een spons. [N 67, 80a]
II-9
|
21311 |
dorp |
dorp:
durp (Q203p Gulpen)
|
dorp [SGV (1914)]
III-3-1
|
19991 |
dorpel |
dorpel:
dø̜rpǝl (Q203p Gulpen)
|
Zie kaart. Horizontale laag natuursteen of bakstenen aan de onderkant van een deurkozijn. Zie ook de lemmata 'Strekkenlaag', 'Staande rollaag', 'Liggende rollaag' en 'Hardsteen'. Met de term 'stofdorpel' wordt doorgaans een extra dorpelstuk aangeduid, dat soms op de onderdorpel van een binnendeurkozijn wordt aangebracht. Zie ook het lemma 'Stofdorpel'. [N 32, 12d; A 43,18; L 5, 72; L 12, 12; L B1, 152; A 45, 31; R 3-46; monogr.; Vld]
II-9
|
21544 |
dorpskom |
dorp:
i gen durp (Q203p Gulpen),
dorpskom:
durpskom (Q203p Gulpen),
markt:
der mâât (Q203p Gulpen)
|
het centrum van het dorp [dorpskom, dorp, singel, rink, baroniet, plaats] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21710 |
dorpsplein |
markt:
mâât (Q203p Gulpen),
plein:
pleij (Q203p Gulpen)
|
een groot plein in het midden van een dorp [bist, biest, aries] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
33120 |
dorsbed aanleggen |
aanleggen:
ānlęqǝ (Q203p Gulpen)
|
Het aanleggen van de laag schoven op de dorsvloer; zie de toelichting bij het lemma dorsbed, laag schoven op de dorsvloer (6.1.16). Het object van de handeling is steeds het ''dorsbed, de laag schoven op de dorsvloer'' van het vorige lemma. [N 14, 17b; JG 1a, 1b; monogr.]
I-4
|
33119 |
dorsbed, laag schoven op de dorsvloer |
bed:
bęt (Q203p Gulpen)
|
Voordat men begint te dorsen moeten de schoven op de dorsvloer uitgespreid worden. Meestal worden twee lagen schoven, met de koppen (aren) naar elkaar toe gekeerd, in het midden van de dorsvloer, uitgespreid. In dit lemma staan de benamingen van een dergelijke laag schoven bijeen. [N 14, 20; JG 1a, 1b; L 32, 103; monogr.]
I-4
|