e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P195p plaats=Gutshoven

Overzicht

Gevonden: 858
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wimper wimpel: wimpəls (Gutshoven) lange wimpers (haartjes aan de oogleden) [ZND 34 (1940)] III-1-1
winkelkorf kalebas: oud  ən kalba(ə)s (Gutshoven), net: net (Gutshoven) Korf of zak die aan de arm gedragen wordt wanneer men naar de winkel gaat. [ZND 36 (1941)] III-3-1
winterkoninkje koninkje: køniŋskə (Gutshoven) winterkoninkje [ZND 34 (1940)] III-4-1
wit halsboordje witte col (fr.): enə witə kol (Gutshoven) wit halsboordje (fr. faux-col) [ZND 32 (1939)] III-1-3
witlof suikerij: sukərai (Gutshoven), witlof: witlouf (Gutshoven) witlof [ZND m] I-7
witte kool witte kabuis: witte kabouəs (Gutshoven), witte kool: wetə køͅyl (Gutshoven), witte kuel (Gutshoven) [Goossens 1b (1960)]een witte kabuis(kool) [ZND 36 (1941)] I-7
witte kwikstaart kwikstaartje: kwiksteͅt’ə (Gutshoven) kwikstaart [ZND 01 (1922)] III-4-1
wonde wonde: djéə wō.ən zal vərzwiərə (Gutshoven) Die wonde zal etteren [ZND 23 (1937)] III-1-2
woord woord: wuot (Gutshoven) woord [RND] III-3-1
wormstekig gestoken: gɛstó:əkə (Gutshoven) wormstekig, gezegd ve appel [Lk 01 (1953)] III-2-3