e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gutshoven

Overzicht

Gevonden: 858
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
doodkist doodskist: znd 33, 38;  dotskîes (Gutshoven) een doodkist [ZND 33 (1940)] III-2-2
doodskist doodskist: znd 33, 38;  dotskîes (Gutshoven), zerk: zɛ.rk (Gutshoven) Doodkist. [ZND 33 (1940)] || Hoe noemt men het houten voorwerp, waarin de dode in het graf wordt gelegd? [Lk 01 (1953)] III-3-3
doof doof: hijə es su douəf as nə pot (Gutshoven) hij is zo doof als... (vertaal en vul aan) [ZND 23 (1937)] III-1-1
doofstom doofstom: doufstom (Gutshoven) Hij is doofstom [ZND 33 (1940)] III-1-1
dooien dooien: do‧ijə (Gutshoven, ... ) dooien [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] III-4-4
doopjurkje doopmanteltje: döypmɛ:ntəlkə (Gutshoven) doopkleed [RND] III-3-3
doopvont doopvont: döypfuns (Gutshoven), döypfunt (Gutshoven) doopvont [RND] III-3-3
doorn, stekel doorn: džoͅ:n (Gutshoven) doornen [RND] III-4-3
dopen dopen: döypə (Gutshoven, ... ), ə k(ei)ənt dəppə (Gutshoven) doopen (dopen) [RND] || dopen [RND] || Een kind dopen. [ZND 23 (1937)] III-3-3
doperwten peulerwten: puəlēͅ.rtə (Gutshoven) [Goossens 1b (1960)] I-7