21418 |
duur |
duur:
di-jər (P195p Gutshoven),
di.ər (P195p Gutshoven)
|
duur (hoge kostprijs) [ZND 24 (1937)]
III-3-1
|
17895 |
duwen |
duwen:
dōə (P195p Gutshoven)
|
duwen [RND]
III-1-2
|
19330 |
dwarsdrijven |
terwarsdrijven:
tərwjāəs dréəvə (P195p Gutshoven)
|
Hij moet altijd dwarsdrijven (anders willen zijn dan anderen). [ZND 23 (1937)]
III-1-4
|
19345 |
dwarsdrijver |
terwarsdrijver:
wa nən tərwjāəsdreəvər (P195p Gutshoven)
|
Wat een dwarsdrijver! [ZND 23 (1937)]
III-1-4
|
21313 |
eed |
eed:
éjət (P195p Gutshoven)
|
eed [ZND 23 (1937)]
III-3-1
|
24436 |
eekhoorn |
eekhoorntje:
ook ZND 02, 008
ēkjōͅŋkə (P195p Gutshoven)
|
eekhoorn [ZND 01 (1922)]
III-4-2
|
20505 |
een borrel drinken |
een bak drinken:
verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m
ne bak dr(ei)ənke (P195p Gutshoven),
een borrel drinken:
verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m
nə boddəl dr(ei)ənke (P195p Gutshoven),
een drupje drinken:
verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m
ən drəpkə dr(ei)ənke (P195p Gutshoven)
|
druppel (drinken), een borrel pakken [ZND 23 (1937)]
III-2-3
|
20941 |
een boterham smeren |
een boterham bereiden:
ənə boi̯təram breͅjə (P195p Gutshoven)
|
smeren [RND]
III-2-3
|
22809 |
een portret laten maken |
zijn portret laten trekken:
de o en de schwa zijn klein bovenaan achter de u geschreven
zə pərtret luŏətə trekkə (P195p Gutshoven)
|
Zijn portret laten maken (bij de fotograaf). [ZND 40 (1942)]
III-3-2
|
18077 |
een verkoudheid hebben |
een kou hebben:
ich əp nə ka op nen hat (P195p Gutshoven)
|
Ik heb een kou op de borst. [ZND 22 (1936)]
III-1-2
|