e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gutshoven

Overzicht

Gevonden: 858
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gadeslaan? gaderslaan: Zən zaokə gaoərsluin (Gutshoven) Zijn zaken gadeslaan, goed zorgen voor zijn zaken. [ZND 35 (1941)] III-3-1
gaffel vork: də vuerk (Gutshoven) Worden de voorste kegels niet dichter bij elkaar geplaatst? Hoe noemt men dat? [ZND 36 (1941)] III-3-2
galgenaas bandiet: nə bandi(j)et (Gutshoven), schandaal: ə schandoal (Gutshoven) Een zeer slecht mens (galgenaas). [ZND 35 (1941)] III-3-1
galmgaten schildgaten: schiel[d}gaot (Gutshoven) Galmgaten (in de kerktoren om de klokkenklank door te laten). [ZND 35 (1941)] III-3-3
gapende wonde open wonde: oapə woaən (Gutshoven) een gapende wonde [ZND 35 (1941)] III-1-2
garnaal crevette (fr.): crevet (Gutshoven), garnaat: garnoot (Gutshoven) garnaal [ZND 35 (1941)] III-2-3
gat in een kledingstuk kot: ə kuət enən koəs (Gutshoven) een gat in een kous [ZND 23 (1937)] III-1-3
gebit gebit: gəbit (Gutshoven) hij heeft een goed gebit [ZND 35 (1941)] III-1-1
gebouw bètiment (fr.): batəmii̯(ə)nt (Gutshoven, ... ) een nieuw gebouw [ZND 35 (1941)] || gebouw [ZND 12 (1926)] III-2-1
gebrekkig gebrekkelijk: enə gəbreͅkkələkə mins (Gutshoven) een gebrekkig mens [ZND 23 (1937)] III-1-2