e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gutshoven

Overzicht

Gevonden: 858

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
angel van bij of wesp angel: angel (Gutshoven) angel, van bij of wesp [ZND 32 (1939)] III-4-2
angelusklok bedeklok: də biəklok trik (Gutshoven) De angelusklok luidt. [ZND 32 (1939)] III-3-3
appelbol kattekop: katəkoͅp (Gutshoven) appel in deeg gedraaid en in de oven gebakken [ZND 32 (1939)] III-2-3
appelmoes appelenprut: apələprøt (Gutshoven), appelsaus: əpəlsouəs (Gutshoven), compte: kompot (Gutshoven), frats: frats (Gutshoven) appelmoes [ZND 32 (1939)] III-2-3
appeltaartje golzak: goͅlzak (Gutshoven) een klein appeltaartje, in de vorm van een halve maan [ZND 32 (1939)] III-2-3
armband bracelet (fr.): ɛnə brazəlɛ (Gutshoven) armband (Fr> bracelet) [ZND 32 (1939)] III-1-3
arme mens arme mens: ɛnən ɛrəmə mins (Gutshoven) een arme mens [ZND 32 (1939)] III-3-1
armoede armoede: er[ə}mue[ə} (Gutshoven), ermue[ə} (Gutshoven) armoede [ZND 32 (1939)] III-3-1
arresteren pakken: də pəlisə hɛt əm gəpak (Gutshoven) De politie heeft hem aangehouden. [ZND 33 (1940)] III-3-1
as assen: əsə (Gutshoven) as [ZND 32 (1939)] III-2-3