e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gutshoven

Overzicht

Gevonden: 858
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
koekoek koekoek: kukuk (Gutshoven) koekoek [ZND m] III-4-1
koets (alg.) koets: koets (Gutshoven) koets [ZND 36 (1941)] III-3-1
koffie caf: kafi (Gutshoven) (koffie) hij doopt zijn brood in zijn koffie [ZND 23 (1937)] III-2-3
koffiemolen kaffiemolentje: kafimø&#x0304ələkə (Gutshoven) koffiemolen [ZND m] III-2-1
koffiepot koffiemoor: kafiemou(w)ər (Gutshoven) koffiepot [ZND m] III-2-1
koffiezeef, koffiefilter cafè-zakje: kafiezɛgskə (Gutshoven), ramponeu: rampəna(u̯) (Gutshoven) koffiezeef [ZND m] || koffiezeef, koffiezak [ZND m] III-2-1
koken (intr.) koken: kŏĕókə (Gutshoven) koken [RND] III-2-3
kolengruis gruis: groejəs (Gutshoven) gruis van kolen [ZND 35 (1941)] III-2-1
kolenschop schoep: sxup (Gutshoven) kolenschop, brede schep waarmee men kolen langs het keldergat naar binnen doet [ZND 42 (1943)] III-2-1
kolonel kolonel: enə kolənɛl (Gutshoven) Kolonel. [ZND 36 (1941)] III-3-1