e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gutshoven

Overzicht

Gevonden: 858
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kraanvogel krienekraan: krīnəkrəōn (Gutshoven) kraanvogel [ZND 01 (1922)] III-4-1
kramer kramer: nə kri(jə)mər (Gutshoven) Kramer. [ZND 36 (1941)] III-3-1
kreukelen blazen: da klɛ͂it blus (Gutshoven) Hoe noemt men het wanneer een kleed dat niet past, zich in plooien zet ? [ZND 32 (1939)] III-1-3
krijgertje spelen kat spelen: kat spejele (Gutshoven) Ze spelen krijgertje, ... katje enz.: het kinderspel waarbij een kind de andere naloopt en ze tracht te raken. [ZND 36 (1941)] III-3-2
krijt krijt: ə stək wit krɛ.jət (Gutshoven) Een stuk wit krijt. [ZND 37 (1941)] III-3-1
kruimel greumel: greuməl (Gutshoven), gruiməl (Gutshoven) kruimel brood [ZND 36 (1941)] III-2-3
kruisbeeld kruis: ə krø͂ͅ(ə)s (Gutshoven) Kruisbeeld. [ZND 22 (1936)] III-3-3
kruisen, kruisdagen? kruisen: krö:əzər (Gutshoven) kruisen [RND] III-3-3
kussensloop fluwijn: fləwe͂ͅən (Gutshoven, ... ) de kussensloop (waarin het hoofdkussen wordt gestoken) [ZND 17 (1935)] || kussensloop [ZND 01 (1922)] || kussensloop; overtrek van een hoofdkussen [ZND 02 (1923)] III-2-1
kwartel kwakkel: kwakkel (Gutshoven) kwartel [ZND 01 (1922)] III-4-1