e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gutshoven

Overzicht

Gevonden: 858
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mestvaalt mesthof: meͅi.stoͅf (Gutshoven), mesthoop: meͅi.shoͅup (Gutshoven) [Goossens 1b (1960)] I-7
met de linkerhand met de slinkse hand: bɛ zən slɛinksə hant (Gutshoven) met de linkerhand [ZND 37 (1941)] III-1-2
met een drijftol spelen doppen: do.pə (Gutshoven) Hoe noemt men het spelen met dit speelgoed? [Lk 03 (1953)] III-3-2
met een priktol spelen doppen: do.pə (Gutshoven) Hoe noemt men het spelen met dit speelgoed? [Lk 03 (1953)] III-3-2
met vuur spelen bet vuur spelen: bɛ vuər spɛələ ɛs gəvoərlək (Gutshoven) Met vuur spelen is gevaarlijk. [ZND 37 (1941)] III-3-2
miauwen miaugen: mijō.ŋkə (Gutshoven) miauwen [Goossens 1b (1960)] III-2-1
middag (s middags) noen: noen (Gutshoven), no͂e͂n (Gutshoven) middag [RND], [ZND 38 (1942)] III-4-4
middelste kegel middelste: de millantste (Gutshoven) Hoe heet de middelste kegel in het kegelspel? [ZND 36 (1941)] III-3-2
mikken mikken: mikke (Gutshoven), mikə (Gutshoven) lonken (mikken) [RND] || Op iemand mikken (om met een boog of geweer te schieten). [ZND 38 (1942)] III-3-2
misdienaar misdienaar: enə my(ə)sdienər (Gutshoven) Hoe heet de jongen die de mis dient? [ZND 36 (1941)] III-3-3