e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gutshoven

Overzicht

Gevonden: 858

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
beteuterd van het zijn: hiə wɛs van t zɛiən (Gutshoven), ook materiaal znd 32, 67  hiə wɛs van ’t zɛiən (Gutshoven) beteuterd, onthutst [ZND 01 (1922)] || hij stond beteuterd, onthutst [ZND 32 (1939)] III-1-4
betrappen pakken: pakə (Gutshoven) betrappen [ZND 32 (1939)] III-3-1
betten van een wonde baden: bèjə (Gutshoven) een wonde met warm water baden [ZND 32 (1939)] III-1-2
beuk beuk: gecombineerd met ZND 1 a-m "beuk  byək (Gutshoven) beuk (een hoge beuk) [ZND 21 (1936)] III-4-3
beurs, overrijp paprijp: papréjəp (Gutshoven) beurs [ZND 01 (1922)] III-2-3
bewolkte lucht overlopen lucht: ø(^)vərlou(^)pə loux (Gutshoven), øvərloupə loux (Gutshoven) bewolkt [ZND 32 (1939)] III-4-4
bezem bezem: beͅsəm (Gutshoven), bɛsəm (Gutshoven, ... ) bezem [RND], [ZND 01 (1922)], [ZND 21 (1936)] III-2-1
bezemsteel steel: stīəl (Gutshoven) bezemsteel [RND] III-2-1
bezoeken bezoeken: bəzykə (Gutshoven) Kom mij eens bezoeken. [ZND 21 (1936)] III-3-1
bibberen bibbelen: bibələ (Gutshoven) beven, bibberen [ZND 21 (1936)] III-1-2