e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gutshoven

Overzicht

Gevonden: 858

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bleek bleek: hijə es su bleiik (Gutshoven) hij is zo bleek [ZND 21 (1936)] III-1-2
bliksemen bliksemen: ⁄t bliksəmt (Gutshoven, ... ) bliksemen [ZND 21 (1936)] || het bliksemt [ZND 01 (1922)] III-4-4
bloedworst bloedpens: bloiwtpɛ̄.ns (Gutshoven), blo̝wtpɛ̄.ns (Gutshoven), blūtpe͂ͅns (Gutshoven), rode pens: roipɛ̄.ns (Gutshoven) bloedworst [Goossens 1b (1960)], [ZND 21 (1936)] III-2-3
bloedzuiger echel: ɛxəl (Gutshoven) bloedzuiger [ZND 33 (1940)] III-4-2
bloeien in bloem staan: (-) støt en blum (Gutshoven) in bloei staan [ZND 32 (1939)] III-4-3
bloem (alg.) bloem: blumə (Gutshoven) bloemen [RND] III-4-3
bloementuin bloemenwarmoes: bluməwɛrəməs (Gutshoven) bloemenhof [ZND 27 (1938)] I-7
bloemknop knoop: kno(e)p (Gutshoven), knoep (Gutshoven) bot, knop [ZND 34 (1940)] || knop [ZND 34 (1940)] III-4-3
bloemkool bloemkool: blumkøəl (Gutshoven) bloemkool, als plant of gewas [ZND m] I-7
bloemperk bed: bet (Gutshoven), bloemenperk: bluməpɛrk (Gutshoven) [Goossens 1b (1960)] [ZND m] I-7