23432 |
altaarretabel |
beelden van den opzat:
beelden van den opzat (L429p Guttecoven)
|
Een altaarretabel, -triptiek, -drieluik. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23441 |
ampullen |
ampullen (<lat.):
ampulle (L429p Guttecoven)
|
Het water- en het wijnkannetje die in de mis gebruikt worden, ampullen [pölle?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
24403 |
angel van bij of wesp |
angel:
WLD
angel (L429p Guttecoven)
|
Hoe noemt u het orgaan waarmee bijen en wespen steken (angel) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
23259 |
angelusklok |
schelletje:
sjelke (L429p Guttecoven)
|
De kleine klok waarmee het angelus wordt/werd geluid. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
19312 |
angst |
angst:
Opm. ich bèn sjtief van angs (= vol angst).
angs (L429p Guttecoven)
|
angst [SGV (1914)]
III-1-4
|
33621 |
anjelier |
anjelier:
anjelier (L429p Guttecoven),
flet:
fluuten (L429p Guttecoven),
groffiaat:
greviaten (L429p Guttecoven)
|
[DC 17 (1949)]
I-7
|
19819 |
anjer, anjelier (dianthus caryophyllus l.) |
anjelier:
-
anjelier (L429p Guttecoven),
groffiaat:
-
gre:via:ten (L429p Guttecoven),
violet:
-
flu:tten (L429p Guttecoven)
|
tuinanjer [DC 17 (1949)]
III-2-1
|
21251 |
anker |
anker:
aŋkǝr (L429p Guttecoven),
(m.).
anker (L429p Guttecoven)
|
anker [SGV (1914)] || Stuk ijzer dat wordt gebruikt om muren, vloeren, gordingen etc. met elkaar te verbinden. Het is gewoonlijk samengesteld uit een schieter en een veer. De schieter vormt het metalen onderdeel aan de buitenzijde van de muur en bestaat uit een metalen staaf die in het midden een nok heeft. De veer brengt de verbinding tussen schieter en muur of vloer tot stand. Schieter en veer kunnen met behulp van één of meer spieën aan elkaar worden bevestigd. Zie ook afb. 72. De woordtypen 'strijkanker', 'trekanker' en 'strekanker' worden specifiek gebruikt voor een anker waarvan de veer in de dwarsrichting over twee of drie balken ligt. Het dient om muren te verankeren die evenwijdig lopen met de balklaag. [N 31, 38; N 4A, 51b; N 54, 123b; N 54, 124a; N 54, 126; monogr.]
II-9, III-3-1
|
21829 |
antwoorden |
antwoorden:
antjwoordə (L429p Guttecoven)
|
ten antwoord geven [antwoorden, anderen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
20638 |
appelbol |
kroldebol:
kroldebol (L429p Guttecoven)
|
Appelbol (krollebol, kokkerebol, kollemol, zomerbroodje, appelbol, appelbroodje, ballebuuze?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|