e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Guttecoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
krabben dabben: dabbe (Guttecoven), klauwen: klauwe (Guttecoven), kratsen: kratse (Guttecoven) krabben [SGV (1914)] || krabben: schuren, krabben tegen jeuk [schobbe] [N 10 (1961)] III-1-2
kralen van de rozenkrans kraaltjes: krelkes (Guttecoven) De kralen van de rozenkrans [de kralle, krelkes, kraole, kräölkes?]. [N 96B (1989)] III-3-3
kramer kramer: kreemer (Guttecoven) kramer [SGV (1914)] III-3-1
krant gazet (<fr.): kerzét (Guttecoven), kezĕt (Guttecoven) een dagelijks verschijnend drukwerk ter verspreiding van nieuws en wetenswaardigheden en tot voorlichting van het publiek [gazet, krant, courant, journaal, dagblad] [N 87 (1981)] || krant [SGV (1914)] III-3-1
krassen krassen: krassə (Guttecoven), kwaken: kwake(n) (Guttecoven) het geluid geven van een scherp voorwerp dat over een hard oppervlak schraapt [skratsen, krassen, kratsen] [N 91 (1982)] || krassen [SGV (1914)] III-4-4
kreeft kreeft: krèf (Guttecoven) kreeft [SGV (1914)] III-2-3
krekel krekel: krekel (Guttecoven, ... ) krekel [DC 07 (1939)], [SGV (1914)] III-4-2
krentenbol krentenbroodje: krèntebruetje (Guttecoven) Krentenbroodje, krentenbol (krintenbol, briosj, krennee, krennie?) [N 16 (1962)] III-2-3
krentenbrood caf-koekje: kaffekuikske(n) (Guttecoven), krentenweg: krèntewik (Guttecoven) krentenbrood [SGV (1914)] || Krentenbrood (krintemik, kramiek, beezenbrood, rezienemik, lippert, pruukesweg?) [N 16 (1962)] III-2-3
kreukel kreukel: krökəl (Guttecoven) ongewenste, valse vouw of plooi in een kledingstuk [kreukel, kneuker, freutel] [N 86 (1981)] III-1-3