e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Guttecoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
necrobacillosis, rotkreupel rotstraal: rotštrǭl (Guttecoven) Een besmettelijke klauwaandoening. Het begint met een ontsteking van de huid tussen de klauwen, daarna wordt de hoornwand aangetast en de zool van de klauw; deze laten los en er ontstaat kreupelheid. [N 77, 63; N 19, 69; A 48a, 29; N 52, 16; monogr.] I-12
neet, luizenei neet: neet (Guttecoven, ... ) neet [SGV (1914)] || neet, luizenei [N 26 (1964)] III-4-2
negenoog negenoog: neugenoug (Guttecoven) negenoog, bloedzweer [SGV (1914)] III-1-2
nek nek: nak (Guttecoven), nek (Guttecoven) nek [DC 01 (1931)] III-1-1
nemen, pakken nemen: nŭmmen (Guttecoven), pakken: pakke (Guttecoven) nemen [SGV (1914)] || pakken [SGV (1914)] III-1-2
nerf van de weide zode: zode (Guttecoven) Begroeide bovenlaag van wei- of hooiland; grasmat, graslaag. Zie ook de lemma''s ''nerf van de akker'' en ''groes'', ''met gras begroeide grond'' in de aflevering over de Landerijen. Zie voor de fonetische documentatie van het woord(deel) ''gras'' het lemma ''gras''. [N 14, 51; N 18, 12 add.; monogr.] I-3
nerf van een blad nerven: WLD  nèrvə (Guttecoven) De aders van een blad die als ribben zichtbaar zijn en uitgaan van de steel (nerf, rib). [N 82 (1981)] III-4-3
nest nest: nès (Guttecoven), nèster (Guttecoven) nest [SGV (1914)] || nesten (mv.) [SGV (1914)] III-4-1
nest, hoeveelheid jongen worp: WLD  wurp (Guttecoven) Hoe noemt u de hoeveelheid jongen die een dier in één keer heeft (nest) [N 83 (1981)] III-4-2
nestei nestei: nęstęi̯ (Guttecoven) Een nestei is het ei dat men bij het wegnemen van de eieren van de kippen in het nest laat liggen, opdat er andere bij gelegd worden. Soms gebruikt men een ei van kalk, porcelein of gips, soms een vuil ei. [S 25; monogr.] I-12